3 juli 2008

Financieel toezicht op “the unknown unknowns”

Door Gilyan Parker

Op 26 may 2008 sprak de president van De Nederlandsche Bank (DNB), Wellink, op de conferentie ‘Integrating micro and macroeconomic perspectives on financial stability’ in Groningen een rede uit onder de fraaie titel ”IT’S THE INCENITIVES, STUPID”.

Met een mooie historische verwijzing naar de Tulpenmanie uit 1635 presenteerde hij een analyse van karakteristieken en oorzaken van excessieve instabiliteiten in het financieel verkeer. Aardig omdat de Tulpenmanie goed illustreert hoe nieuwe of innovatieve financiële producten in samenhang met naïef optimisme (en hebzucht) een financieel systeem uit balans slaan. De rol van toezicht is relevant. Aardig voorbeeld is het toezicht op pensioenfondsen zoals dat vorig jaar is geïmplementeerd in Nederland.

Op 1 januari 2007 zijn de Pensioenwet  en het Financieel Toetsingskader (FTK) in werking getreden. Het FTK is, zo volgt ook uit het Open Boek Toezicht van DNB, opgebouwd rond de principes van marktwaardering, risicogebaseerde financiële eisen en transparantie. De marktwaardering brengt met zich mee dat de beleggingen en de pensioenverplichtingen op eenzelfde manier worden gewaardeerd. Een pensioenfonds beschikt over een vereist vermogen waarvoor een zekerheid van 97,5% wordt gesteld, zodat voorkomen wordt dat een fonds binnen een periode van één jaar over minder beleggingen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Dit vereist eigen vermogen neemt toe met de mate waarin het fonds blootstaat aan risico’s. Het minimaal vereist eigen vermogen is de ondergrens van het vereist eigen vermogen en vloeit voort uit de implementatie van de Europese pensioenrichtlijn.

Het DNB Open boek Toezicht wijst verder op het gegeven dat een instelling zijn organisatie zodanig heeft in te richten dat deze een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. De hiervoor gestelde regels hebben betrekking op:

  • het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s;
  • integriteitrisico;
  • belangenverstrengeling;
  • soliditeit van het fonds, waaronder wordt verstaan het beheersen van financiële risico’s, en het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten;
  • het beheersen van de financiële positie over de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken;

Een continuïteitsanalyse is volgens het DNB Open Boek Toezicht een zogeheten stochastische analyse van de toekomstige financiële ontwikkeling van het fonds over een periode van vijftien jaar. Het laat zien of het fonds ook op de lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen en geeft de kracht van verschillende instrumenten (zoals premieaanpassing, bijstortingen en voorwaardelijke indexatie) aan bij onverhoopt tegenvallende ontwikkelingen. De analyse vormt volgens het DNB Open Boek Toezicht een onderbouwing van een herstelplan en van een eventuele korting op de kostendekkende premie en speelt een belangrijke rol bij de bepaling van de verwachte toekomstige indexatie.

Het Financieel Toetsingskader (FTK) is een voorbeeld van een maatregel met een duidelijke horizonbepaling, waardoor het pensioensysteem ook minder procyclisch wordt En daarmee stabieler. Terecht wijst Wellink in zijn rede op waakzaamheid voor een te rigide toepassing van dergelijke regels. Rekening houden met reële risico’s is iets anders dan rekening houden met al het gevaar van de wereld. Ook als juist de “unknown unknowns” vanuit historisch perspectief zo’n zware stempel hebben kunnen drukken op de financiële stabiliteit.

Begrijp ik Wellink goed, dan zorgt een even creatief als evenwichtig toezicht voor het vroegtijdig signaleren van reële risico’s. Creatief en evenwichtig toezicht is iets anders dan het plichtmatig verwerken van afvinklijsten en vraagt veel van zowel toezichthouder als onder toezicht gestelde. Wellink’s oproep voor waakzaamheid voor een te rigide toepassing van toezichtsregelgeving, moet niet aan dovemansoren zijn gericht. Juist bij toezichthouders zou zijn boodschap tot in de haarvaten moeten zijn doorgedrongen.

Gilyan Parker