15 januari 2012

Huurrelatie in kader van Wet Bibob

Door Gilyan Parker

Al eerder kwam in onze weblogs de Wet Bibob naar voren.

Die wet biedt de overheid de mogelijkheid vergunningen te weigeren of in te trekken indien ‘ernstig gevaar’ bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen of om geld ‘wit te wassen’.

Zakelijk samenwerkingsverband

Om te voorkomen dat de overheid ongewenste criminaliteit in de hand werkt, wordt onderzoek gedaan naar verdachte personen en transacties. Bij deze onderzoeken kunnen ook criminele antecedenten van derden worden betrokken. Het criterium betreft of er een ‘zakelijk samenwerkingsverband’ bestaat tussen de aanvrager/houder van een vergunning en deze derde. Indien dit kan worden aangetoond, is het mogelijk een vergunning te weigeren of in te trekken. Een vergaande toets met de nodige consequenties. In juli 2011 heeft de hoogste algemene bestuursrechter in Nederland, de Afdeling van de Raad van State (de Afdeling), bevestigd dat in onderhavige zaak de huurrelatie tussen partijen kan worden aangemerkt als zo’n ‘zakelijk samenwerkingsverband’.

Procedure

In deze kwestie ging het om een exploitant die een aantal panden huurde. Volgens onderzoek van het Landelijk Bureau Bibob (LBB) waren deze panden door de eigenaren/verhuurders verkregen met crimineel vermogen, danwel dat de eigenaren zich schuldig hadden gemaakt aan het ‘witwassen’ van geld. De Afdeling stelde vast dat eigenaren strafbaar hadden gehandeld. Deze vaststelling, die niets met de huurder van doen heeft, had wel degelijk invloed op de huurder. Geoordeeld werd dat uit de huurovereenkomst afgeleid kon worden dat een zakelijke relatie tussen de eigenaren/verhuurders en huurder bestond. Deze ‘zakelijke relatie’ bestond uit het feit dat bij aanvang van de huur een omzetafhankelijke huur was afgesproken. Daarnaast waren er controlebevoegdheden voor de eigenaren/verhuurders overeengekomen zodat de eigenaren/verhuurders een direct belang hadden bij een winstgevende exploitatie. De Afdeling was van oordeel dat hierdoor een ‘zakelijk samenwerkingsverband’ tussen de eigenaren/verhuurders en huurder bestond en hierdoor de huurder in relatie tot het ‘witwassen’ stond. Gezien het feit dat een omzetafhankelijke verhuur vaker voorkomt, zullen huurders zich hiervan bewust moeten zijn.

Consequenties voor huurder, maar ook voor verhuurder

Een niets te verwijten huurder kan dus in de problemen komen als de verhuurder zich bezig houdt met criminele zaken. In casu was het voor de huurder daardoor niet mogelijk bepaalde vergunningen bij de gemeente aan te vragen. Dit kan tot gevolg hebben dat huurders hun bedrijf niet meer in het gehuurde kunnen uitoefenen. Vermeldenswaardig is dat het ook kan gaan om andere strafbare feiten die een verhuurder pleegt. Omgedraaid kan deze situatie zich ook voordoen als een huurder zich schuldig maakt aan criminele activiteiten. Een verhuurder kan daardoor in grote problemen komen als de verhuurder zelf verguningsplichtige ondernemingen exploiteeert of bijvoorbeeld vergunningen nodig heeft voor het verbouwen van het pand. Het is daarom ook raadzaam voordat je een huurrelatie aangaat goed te weten wie je voor je hebt en daar ook onderzoek na te verrichten.

Zie ook Bibob en de evenredigheid.

Gilyan Parker