19 december 2007

Juridische hulp voor het MKB en haar Europese thuismarkt

Door Gilyan Parker

Een moderne Europese interne markt komt consumenten, bedrijven en werknemers ten goede, luidt de wervende mare vanuit Brussel.

Maar het is meer dan wervend, Europa toont ook slagkracht met de nieuwe koers voor de Europese interne markt die half november is uitgezet. Europa biedt bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) met een potentiële thuismarkt van 500 miljoen mensen. Wat staat het MKB te wachten?

Het MKB neemt een groot deel van de economische en professionele activiteiten in Europa voor haar rekening. In de praktijk zijn 99% van de ondernemingen in de Europese Unie MKB’s, en zij zorgen voor tweederde van alle banen in de privé-sector. Kleine ondernemingen zijn dus in feite de ‘reuzen’ van de Europese economie. Nu nog de wettelijke ondersteuning die bij die status hoort.

Bedrijven die geclassificeerd zijn als MKB worden binnen de EU officieel omschreven als ondernemingen met minder dan 250 werknemers. Bovendien mag hun jaarlijkse omzet niet hoger liggen dan 50 miljoen euro, of het totaal van hun jaarbalans mag niet hoger liggen dan 43 miljoen euro. Deze definitie bevat strenge criteria om vast te stellen welke bedrijven ‘mogen genieten’ van EU-programma’s en subsidies die op het MKB gericht zijn. Hetzelfde geldt voor bepaalde beleidsmaatregelen, zoals concurrentieregels die specifiek voor het MKB zijn bestemd.

De eenmaking van de markt in de EU heeft als bekend gezorgd voor lagere prijzen, meer keuze voor de consument en concurrerende bedrijven. Een nieuw pakket voorstellen bouwt daarop voort met een modernisering van de Europese interne markt. Om te kunnen doorgronden wat precies de bedoeling is, moet men even door de kretologie heenbijten: wat bijvoorbeeld te denken van de weergave van de vier uitgedragen speerpunten van een ‘Single Market policy’?:

1. More evidence-based and impact-driven
2. More targeted and better enforced
3. More decentralised and network-based
4. More accessible and better communicated

Relevanter zijn de concrete voorstellen die eind november werden gepresenteerd, zoals:

? meer kansen voor kleine ondernemingen door de invoering van een Europese “Small Business Act”;
? bevordering van de mobiliteit van onderzoekers met behulp van een zogenoemd “onderzoekerspaspoort”;
? voorlichting aan het MKB over hun recht van vrij verkeer.

Hoewel uit de meest recente economische prognose blijkt dat de Europese groei tijdens de volgende jaren zou kunnen vertragen, is de herziening van de interne markt een kans om de concurrentiekracht van Europa te stimuleren en meer groei en banen te scheppen. Vooral in het MKB. Met name de “Small Business Act” is daarbij  interessant. Volgend jaar al zal de Europese Commissie een voorstel indienen. Doel is het wegsnijden van administratieve rompslomp, betere toegang van het MKB tot Europese programma’s, hun aandeel in overheidsopdrachten verhogen (aanbestedingen) en de obstakels wegnemen die verhinderen dat zij over de grenzen actief worden – onder meer door de invoering van het statuut van een Europese besloten vennootschap (EBV).

Naast de toegang van het MKB tot de Europese markt zullen ook bewustmaking van intellectuele eigendomsrechten en steun voor samenwerking tussen bedrijven (met name in grensregio’s) het MKB zeker kunnen helpen om de kansen die de interne markt biedt, ten volle te benutten.

Dat kan echter niet zonder vereenvoudiging van regelgeving. Vooral de administratieve verplichtingen van het MKB moeten worden vereenvoudigd. De Europese Commissie deed daartoe een voorzet: Het beginsel “eerst aan de kleintjes denken” (prioriteit voor kleine bedrijven) zal in alle Europese beleidsgebieden worden opgenomen en bij de effectbeoordeling van de communautaire wetgeving en bij de opstelling van toekomstige wetgeving zal stelselmatig rekening worden gehouden met de belangen van het MKB. Daarbij kan het MKB eventueel ook vrijstellingen krijgen.

Reden te meer voor het MKB om niet alleen Den Haag maar ook Brussel in de gaten te houden en gebruik te maken van wat Brussel aan juridische instrumenten uitdoctert.

 

Gilyan Parker