30 oktober 2008

Notice and Take Down-procedure ziet het licht

Door Gilyan Parker

Een “Notice-and-Take-Down”-procedure is - kort gezegd - een door een internetserviceprovider (ISP) gehanteerde klachtenprocedure die wordt gevolgd indien een melding binnenkomst over illegale of onrechtmatige content op een website waarbij de ISP betrokken is.

Bijvoorbeeld doordat de betreffende website door de ISP wordt gehost.

De gedragscode

Tot voor kort hanteerden vooral de grotere ISP’s een bepaalde vorm van klachtenbehandeling, maar van eenduidigheid was geen sprake. De gedragscode Notice-and-Take-Down beoogt daar verandering in te brengen. De code vindt u hier. Deze code is een afspraak tussen een aantal marktpartijen en overheidsorganisaties waarmee getracht wordt strafbare of in ieder geval onrechtmatige informatie op een snelle en zorgvuldige manier van het internet te verwijderen. Aansluiten bij de gedragscode is vrijwillig. Het succes ervan hangt dus samen met de bereidheid van ISP’s zich te conformeren aan de code. Het op grote schaal verspreiden van illegale content, zoals muziek, zal hiermee niet worden voorkomen. Daar is de gedragscode naar mijn mening ook niet geschikt voor. Optreden tegen grootschalige illegale muziekhandel zal met andere middelen moeten gebeuren. De gedragscode zal wel succesvol zijn om “kleine” inbreuken op privacy of intellectuele eigendomsrechten sneller aan te pakken. De kracht van de gedragcode is dat het uitgaat van trapsgewijze structuur waarbij een melding over illegale content eerst op het laagst mogelijke niveau dient plaats te vinden en vervolgens – indien de melding niet leidt tot oplossing van het probleem – een trede hoger aan de bel kan worden getrokken. Dus bijvoorbeeld eerst melden bij de aanbieder van de betreffende content en indien dit niet leidt tot een bevredigend resultaat of überhaupt niet bekend is wie de aanbieder is, melden bij de hostingprovider. Deze structuur maakt het ook mogelijk halverwege de keten “in te stappen”. Een voordeel van de gedragscode is ook dat indien één van de partijen in de keten de gedragscode heeft onderschreven, die partij in ieder geval zal moeten reageren indien de melding binnenkomt.

Beoordeling van  de inhoud

Uiteraard zal de inhoudelijke toets over de al dan niet onrechtmatigheid van de content ruimte laten voor discussie. Degene waarbij de melding binnenkomt zal immers nog steeds moeten beoordelen of de inhoud zodanig is dat die moet worden verwijderd. Op basis van de geldende jurisprudentie zal die toets ook los van de gedragscode moeten plaatsvinden, wil de ISP niet zelf aansprakelijk zijn voor illegale inhoud op een door de ISP gehoste website.

Meer structurele aanpak meldingen

Een goed punt van de gedragscode is dat in ieder geval een beschrijving wordt gegeven welke stappen de ISP dient te nemen bij de inhoudelijke beoordeling van de gedragscode. Zo dient indien sprake is van onmiskenbaar onrechtmatig handelen en/of strafbare feiten, de betreffende inhoud onverwijld worden verwijderd of ontoegankelijk worden gemaakt. Indien er na de beoordeling geen sprake is van onmiskenbaar onrechtmatige en strafbare inhoud, dient dit te worden gemeld aan de melder. In dat geval wordt de informatie dus niet verwijderd. Indien niet tot een eenduidig oordeel wordt gekomen of er al dan niet sprake is van onrechtmatige of strafbare inhoud, zal de tussenpersoon de aanbieder van de vermeend onrechtmatige inhoud op de hoogte stellen van de melding met het verzoek de inhoud te verwijderen of contact op te nemen met de melder. Indien de melder en de aanbieder er niet uitkomen, kan de melder overgaan tot het doen van aangifte als hij of zij meent dat het om een strafbaar feit gaat. Indien het gaat om vermeende onrechtmatige inhoud, dan moet de melder bij voorkeur in staat worden gesteld zijn/haar geschil met de aanbieder voor de rechter te brengen. Indien de aanbieder zich niet bekend wil maken aan de melder, kan de tussenpersoon besluiten tot het verstrekken van de bij haar bekende gegevens van de aanbieder aan de melder bekend te maken of tot verwijdering van de inhoud. De vraag is hoe de aanbieders hier in de praktijk mee omgaan. Zoals blijkt uit de zaak tegen Google (uitspraak van  9 october 2009), stribbelt de ISP nog wel eens tegen. Zie hierover mijn eerdere weblog (hier).

Tot  slot

Ik hoop niet dat de partijen die de gedragscode onderschrijven coulanter zullen reageren op verzoeken van NAW-gegevens. De ISP zal nog steeds het belang van de melder om de gegevens van de aanbieder te verkrijgen en het privacybelang van de aanbieder zorgvuldig tegen elkaar moeten afwegen. In zoverre zal naar ik verwacht niet veel veranderen. De gedragscode brengt echter wel meer structuur in de wijze waarop ISP’s omgaan met meldingen, en dat juich ik toe.

Gilyan Parker