22 maart 2010

Ontslagregels voor payrollondernemingen

Door Gilyan Parker

Payrolling wordt steeds populairder.

Er komen ook meer regels rondom payrolling. Zo geldt er een eigen CAO voor werknemers van payrollondernemingen (Payroll-CAO). Sinds 1 december 2009 hanteert het UWV ook bijzondere regels bij ontslagaanvragen voor werknemers die werken op basis van een payrollovereenkomst. Hier volgt een korte toelichting op die regels die te vinden zijn in de Beleidsregels Ontslagtaak UWV.

Driepartijen-verhouding

Payrolling is net als uitzending een driepartijen-relatie. Echter van een uitzendovereenkomst zoals genoemd in artikel 7:690 BW is geen sprake. Er bestaat discussie over de vraag met wie de werknemer formeel een arbeidsovereenkomst heeft. Van belang voor ontslagaanvragen is dat het UWV, net als de Payroll-CAO, uit gaat van de  volgende werkgever-werknemer-relatie.

De payrollonderneming, dus kortweg het bedrijf waar de medewerker op de “payroll” staat en die het salaris betaalt, geldt als werkgever. Dat is de formele, juridische werkgever met wie de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft. Bij het bedrijf dat opdracht aan de payrollonderneming geeft en de werknemer inleent, verricht de werknemer feitelijk zijn werkzaamheden. Met deze opdrachtgever heeft de medewerker geen arbeidsovereenkomst. Vergelijk de situatie tussen het uitzendbureau, met wie de uitzendkracht een arbeidsovereenkomst heeft, en de uitlener die aan het uitzendbureau opdracht geeft om een medewerker te vinden die bepaalde werkzaamheden zal verrichten.

Einde payrollopdracht

Als de opdrachtgever om welke reden dan ook de payrollopdracht beëindigt dan brengt dit met zich dat de werknemers van de payrollonderneming (de formele werkgever) die bij die opdrachtgever werkten, geen werk meer hebben. Reeds door het beëindigen van die opdracht ontstaat er voor de payrollonderneming een bedrijfseconomische reden voor ontslag, aldus het UWV. Op basis hiervan kan de payrollonderneming een ontslagaanvraag indienen. Wel moet de payrollonderneming eerst nagaan of de werknemer herplaatst kan worden bij een andere opdrachtgever. Omdat het zoeken naar een andere functie tijd kost, kan een payrollonderneming volgens het UWV dus niet direct een ontslagaanvraag indienen nadat een opdrachtgever een opdracht heeft beëindigd.

Afspiegelingsbeginsel

Om te beoordelen welke werknemer van de payrollonderneming daarbij voor ontslag in aanmerking komt geldt het afspiegelingsbeginsel. Dit wordt op een iets andere dan de normale manier toegepast door het UWV. De afspiegeling hoeft niet te worden toegepast op alle uitwisselbare functies van werknemers van de payrollonderneming die bij vele verschillende opdrachtgevers aan het werk zijn. Het hoeft alleen te worden toegepast op de werknemers die werkzaam waren bij de opdrachtgever die de opdracht heeft beëindigd.

Complicaties ten aanzien van het afspiegelingsbeginsel kunnen zich voordoen als de payrollonderneming zich niet alleen met payrolling maar ook met uitzending van werknemers bezig houdt. Voor ontslag van uitzendkrachten geldt op grond van de UWV Beleidsregels een afwijkend selectiesysteem. Opvallend aan het selectiesysteem bij uitzendkrachten is dat het UWV de ontslagaanvraag pas in behandeling neemt als het uitzendbureau (de formele werkgever) een bepaalde herplaatsingsperiode in acht heeft genomen (1, 3 of 4 maanden).

Ontslagvergoeding

Als de Payroll-CAO van toepassing is moet de payrollonderneming, ook al los van de UWV Beleidsregels, herplaatsingsinspanningen verrichten als een opdrachtgever de opdracht op basis waarvan de werknemer zijn werkzaamheden verricht, opzegt. Ook kent die CAO een regeling voor een vergoeding die de payrollonderneming aan de werknemer moet betalen bij bedrijfseconomisch ontslag, zij het buíten de situatie dat UWV toestemming voor ontslag heeft gegeven.

Complicaties

Payrollondernemingen hebben dus met enigszins afwijkende ontslagregels (met name t.a.v. afspiegeling) van het UWV te maken. De laatste maanden hebben ook rechters geoordeeld over payrollovereenkomsten zoals over de vraag wie de (formele) werkgever is. Volledige duidelijkheid over de driehoeksverhouding bestaat er nog niet. Welke regels het UWV toepast, is echter wel duidelijk op basis van de hier besproken Beleidsregels Ontslagtaak UWV.

Voor vragen over de juridische complicaties in de driehoeksverhouding tussen payrollonderneming, werknemer en opdrachtgever kunt u contact opnemen met mij of één van de andere advocaten van de sectie Arbeidsrecht.

Gilyan Parker