12 april 2007

Tegenvallende bezoekersaantallen: gebrek van het gehuurde?

In een onlangs gepubliceerde uitspraak oordeelde het Gerechtshof in  Amsterdam (uitspraak van 1 juni 2006) dat tegenvallende bezoekersaantallen op zichzelf niet kunnen worden aangemerkt als een gebrek van het gehuurde.

Dat kan alleen anders zijn indien de achterblijvende bezoekersaantallen het gevolg zijn van concrete gebreken in het gehuurde object zelf of het grotere geheel waarvan het deel uitmaakt, waarop de huurders niet bedacht hadden behoeven te zijn. De uitspraak betreft een geding tussen de verhuurder van winkelruimte en een aantal huurders.

De huurders waren een procedure gestart omdat na het sluiten van de huurovereenkomst bleek dat de bezoekersaantallen van het winkelcentrum niet was zoals zij hadden verwacht bij het aangaan van de huurovereenkomst. De huurders hebben een reeks van oorzaken voor de tegenvallende bezoekersaantallen genoemd, welke oorzaken huns inziens voor rekening van de verhuurder moeten worden gebracht. De Rechter oordeelde in eerste en tweede instantie dat tegenvallende bezoekersaantallen/omzetten niet een zodanig gebrek respectievelijk een zodanige tekortkoming opleveren, zeker niet bij een nieuw winkelcentrum waarvan per definitie onzeker is of het gaat lopen, en bij professionele huurders die weten wat ze doen als ze huren in zo’n winkelcentrum. De huurders mochten op grond van al hetgeen zij wisten en behoorden te weten bij het aangaan van de overeenkomst ook niet meer verwachten. De Rechter oordeelde dat dit anders kan zijn indien tegenvallende bezoekersaantallen gelegen is in gebreken van het winkelcentrum. De huurders zouden dus een punt hebben indien de achterblijvende bezoekersaantallen het gevolg zijn van concrete gebreken in het gehuurde object zelf of het grotere geheel waarvan het deel uitmaakt, waarop de huurders bij aanvang van de huurovereenkomst niet bedacht hadden behoeven te zijn.