13 februari 2007

Vergunningen nieuwe stijl

Door Gilyan Parker

Eind vorig jaar is het wetsvoorstel Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ingediend. Een wetsvoorstel om in de gaten te houden.

De kern van het voorstel wordt gevormd door de introductie van de zogenoemde ‘omgevingsvergunning’, die een aantal vergunningstelsels zal vervangen. Het gaat onder meer om bouwvergunningen, vergunningen ingevolge de Wet milieubeheer, aanlegvergunningen, sloopvergunningen, projectbesluiten en monumentenvergunningen. Ook een aantal toestemmingsverplichtingen uit gemeentelijke en provinciale verordeningen, zoals de uitwegvergunning en de kapvergunning, zijn onder de werkingssfeer van het wetsvoorstel gebracht. Het is de bedoeling dat de Wabo en de daarbij behorende uitvoeringsregelingen al op 1 januari 2008 in werking treden.

De onderneming of de burger die een project wil starten met gevolgen voor de leefomgeving, hoeft voortaan nog maar één aanvraag in te dienen, en krijgt daarop één besluit. De houder van een omgevingsvergunning zal te maken hebben met één aanspreekpunt bij de overheid en met één handhavende instantie. Ook bevat het wetsvoorstel bepalingen over het stellen van financiële zekerheid en over vergoeding van kosten en schade, een hoofdstuk over handhaving en een aangepaste regeling van de rechtsbescherming.

Het is goed om te zien dat in de Wabo centraal staat dat het voor burgers en bedrijven mogelijk moet zijn via één overzichtelijke procedure en bij één loket toestemming te kunnen vragen voor activiteiten die van invloed zijn op de leefomgeving. Het voorgestelde stelsel van regels is zelfs zoveel mogelijk vanuit de positie van de ondernemende burger en het bedrijfsleven opgebouwd. Een mooi voorbeeld van het beteugelen van regelzucht en bureaucratie.

De één loket functie hoeft overigens niet tot forse tijdwinst voor de aanvrager te leiden: bij meer complexe vergunningen zal de uitgebreide procedure moeten worden doorlopen. Bijvoorbeeld bij projectbesluiten en tijdelijke ontheffingen op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het bestuursorgaan moet in die gevallen binnen zes maanden een beslissing op de aanvraag nemen en kan deze termijn één keer met zes weken verlengen. In de uitgebreide procedure leidt overschrijding van de beslistermijn overigens niet tot het van rechtswege verlenen van de vergunning. In de procedure is een groot aantal waarborgen opgenomen ter bescherming van alle betrokken belangen, waaronder die van derdebelanghebbenden. Denk aan publicatie van de aanvraag en publicatie van het ontwerpbesluit, gevolgd door een zienswijzenprocedure, beroepmogelijkheden in twee instanties en inwerkingtreding van de vergunning of ontheffing nà afloop van de beroepstermijn.

Gilyan Parker