27 september 2011

Wetsvoorstel huurbescherming zorgt voor tumult

Door Gilyan Parker

Nergens ter wereld worden huurders zo goed beschermd als in Nederland.

Lukt het een verhuurder al om een huurovereenkomst met een huurder te beëindigen, dan zijn daarvoor langlopende en kostbare juridische procedures nodig.

Kennelijk gaat de huurbescherming SP, PvdA, CDA en Groenlinks nog niet ver genoeg. De partijen dienen morgen (29 september 2011) een wetvoorstel in dat beoogt de positie van de huurders van winkelruimte (7:290 BW) verder te verstevigen. Sedert invoering van het nieuwe huurrecht in 2003 kunnen verhuurders de huurovereenkomst met de huurders van dergelijke bedrijfsruimten opzeggen, indien renovatie van het gehuurde noodzakelijk is. Wordt die noodzaak door de Rechter aanwezig geacht, dan volgt het einde van de huurovereenkomst. De indieners van het wetsvoorstel menen dat in het geschetste geval ook nog een belangenafweging dient plaats te vinden. Zou het wetsvoorstel worden aangenomen dan kunnen de belangen van een enkele huurder voortaan de renovatie van (bijvoorbeeld) een winkelcentrum dwarsbomen. De Vereniging van Institutionele Beleggers (IVBN) ageert dan ook fel tegen de initiatiefwet. En terecht, de huurbescherming van huurders van 290-BW bedrijfsruimte is (zeker in relatie tot die van de huurders van kantoorruimten) sterk genoeg. De verdere inperking van de rechten van de verhuurders (want die bestaan ook!) brengt verpaupering met zich mee. Die verpaupering zal vervolgens weer een “gebrek” in de zin van de wet opleveren, en de huurders het recht geven om huurbetalingen op te schorten en/of andere maatregelen tegen de verhuurders te nemen.
Een onzalig idee dus, die initiatiefwet.

Gilyan Parker