16 september 2013

403-verklaring verklaard

Door Gilyan Parker

Het lijkt erop dat in deze tijden van crisis de verleiding groot is om een eerder afgegeven 403-verklaring in te trekken.

De gedachte daarbij is dat met die intrekking de moedermaatschappij niet (veel) langer aansprakelijk is voor de schulden van de dochtermaatschappij. Dat is wat kort door de bocht en leidt regelmatig tot problemen. Hoe zit het ook alweer met zo’n 403-verklaring?

Achtergrond concernvrijstelling

Een 403-verklaring (ook genaamd ‘concernvrijstelling’, geregeld in artikel 2:403 BW) regelt de voorwaarden waaronder een rechtspersoon, behorende tot een groep van vennootschappen, kan worden vrijgesteld van de inrichtingsvereisten van een jaarrekening. Een van die voorwaarden is dat de consoliderende vennootschap (doorgaans de moedermaatschappij)  een schriftelijke verklaring deponeert bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel, waarin zij verklaart hoofdelijk aansprakelijk te zijn voor de schulden van de vrijgestelde rechtspersoon (de dochtervennootschap).

De werking van de 403-verklaring is beperkt tot schulden die voortvloeien uit rechtshandelingen van de dochter. Dat betekent dat verplichtingen voortvloeiende uit de wet (bijv. onrechtmatige daad of belastingaanslagen) er niet onder vallen, maar schadevergoedingen wegens vernietiging of ontbinding van overeenkomsten weer wel.

De beperking van administratieve lasten door de financiële stukken te consolideren is vaak de reden om een 403-verklaring af te geven en te deponeren. Dat consolidatie van cijfers dan wel gevolgen moet hebben voor de aansprakelijkheid van de groeps- of moedermaatschappij ligt ook voor de hand. Nu derden als gevolg van deze consolidatie niet meer de mogelijkheid hebben om de cijfers van de geconsolideerde vennootschap in te zien, dienen zij daarvoor gecompenseerd te worden. Die compensatiegedachte ligt ook ten grondslag aan de 403-verklaring.

Aansprakelijkheid moedermaatschappij

Sinds 2002 geldt als uitgangspunt dat de tekst van de 403-verklaring en niet de tekst van artikel 2:403 BW bepalend is voor het antwoord op de vraag op welke vorderingen de verklaring betrekking heeft. De Hoge Raad heeft zich daar dat jaar in de zaak AkzoNobel/ING Bank in die zin over uitgelaten.

Daarmee is meteen een praktisch probleem gegeven. 403-verklaringen bevatten namelijk vaak de bepaling dat de moedermaatschappij slechts aansprakelijkheid accepteert voor schulden voortvloeiende uit rechtshandelingen aangegaan na een bepaalde datum (de zogenaamde temporele beperking). Dat is weliswaar een inbreuk op de beschermingsgedachte van artikel 2:403 BW, maar volgens de Hoge Raad niet ongeldig.

Er kan dus sprake zijn van een geldige 403-verklaring, met een beperking in tijd waarmee niet aan alle vereisten van artikel 2:403 BW wordt voldaan. Als de dochtervennootschap vervolgens verzuimt om over de periode waartoe de 403-verklaring zich niet uitstrekt, zelf te publiceren, kan dat leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurders van de dochtervennootschap, met name ingeval van faillissement. Dat is in praktijk ook een reden om de ingangsdatum van een 403-verklaring te laten samenvallen met het begin van een boekjaar.

Intrekking 403-verklaring

Intrekking van een 403-verklaring is mogelijk. Daartoe moet een verklaring van intrekking bij de Kamer van Koophandel worden gedeponeerd. De Kamer doet hiervan mededeling in het publicatieblad. De moedermaatschappij blijft wel aansprakelijk voor schulden uit rechtshandelingen die zijn aangegaan voor de intrekking.

Die overblijvende aansprakelijkheid kan ook worden beëindigd (mits het groepsverband tussen moeder en dochter wordt verbroken). Dat dient wel te worden aangekondigd in een landelijk verspreid dagblad en dient vervolgens twee maanden ter inzage te liggen bij het handelsregister. Als zich geen schuldeisers melden, is de definitieve intrekking een feit. In de praktijk wordt het opnemen van een in de toekomst liggende einddatum in de 403-verklaring wel geoorloofd geacht. De aansprakelijkheidsverklaring dient dan meteen als verklaring van intrekking van de aansprakelijkheid.

Soms wordt vergeten om een 403-verklaring in te trekken, bijvoorbeeld bij verkoop van de dochtervennootschap. De heersende opinie is dat de voormalige moeder in dat laatste geval in principe aansprakelijk is. Houdt u uw administratie op dit punt dus goed bij.

Tips

Overweegt u een 403-verklaring af te geven? Maak dan een volledig risicoprofiel van de te consolideren vennootschap. Zo’n verklaring kan namelijk verstrekkende gevolgen hebben en in crisistijden wordt er vaker dan voorheen een beroep op gedaan. Neem verder in zo’n verklaring naast een begindatum (NB: laat die samenvallen met het begin van het boekjaar waarop de verklaring ziet) meteen een einddatum op. Zorg er wel voor dat de verhoudingen na de einddatum ook daadwerkelijk gewijzigd worden. Anders zit de moedervennootschap mogelijk nog steeds vast aan de 403-verklaring. Voor het geval u een 403-verklaring intrekt, houdt er dan rekening mee dat u daarmee nog niet van uw aansprakelijkheden af bent. Daartoe zijn mogelijkheden maar daarvoor moet u wel de voorgeschreven weg volgen.

Gilyan Parker