10 november 2013

Alimentatieplichtigen, laat geen kansen liggen!

Door Gilyan Parker

De partneralimentatieplicht duurt in Nederland 12 jaar, tenzij het huwelijk binnen 5 jaar strandt en er geen kinderen uit dit huwelijk zijn geboren.

De alimentatieduur is in dat geval gelijk aan de duur van het huwelijk. De alimentatieplicht stopt wanneer de alimentatiegerechtigde gaat samenwonen met een nieuwe partner. De 12-jaarstermijn wordt dan niet vol gemaakt. Zijn er voor alimentatieplichtigen anderszins mogelijkheden de duur van de partneralimentatie in te perken?

Limitering

Het antwoord op deze vraag luidt bevestigend. De alimentatieplichtige kan een verzoek tot ‘limitering’ van de alimentatietermijn doen. In mijn weblog Duur partneralimentatie 1: is termijn van 12 jaar wet van Meden en Perzen” stipte ik deze mogelijkheid al even aan. In het wetsvoorstel versobering partneralimentatie (zie de weblog “Partneralimentatie op de schop“) is een alimentatietermijn van slechts 5 jaar het uitgangspunt. Wordt in de praktijk reeds geanticipeerd op dit wetsvoorstel?

Maatschappelijke ontwikkelingen

De basis voor het betalen van partneralimentatie is onder het huidige recht de lotsverbondenheid die uit het huwelijk voortvloeit. Onder het wetsvoorstel is dat het verlies van verdiencapaciteit. Mondjesmaat wordt in steeds meer uitspraken overwogen dat het enkele feit dat het huwelijk de verdiencapaciteit niet heeft beïnvloed niet maakt dat geen partneralimentatie verschuldigd is, maar dat dit wel een relevante factor is. Tot 5 jaar gelden kwam ik dergelijke overwegingen niet tegen in uitspraken. Voorts valt mij op dat de zogeheten ‘verbleking’ van de behoefte steeds vaker cruciale betekenis krijgt in uitspraken. Daarmee wordt bedoeld dat naarmate de tijd verstrijkt de huwelijksgerelateerdheid van de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan partneralimentatie aan belang inboet, of terwijl ‘verbleekt’. Een voorbeeld daarvan is Rechtbank Amsterdam 19 juni 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:5314. Het wetsvoorstel wordt in geen van de uitspraken genoemd. Begrijpelijk, want het is nog hoogst onzeker of het wetsvoorstel, dan wel een aangepaste versie daarvan, in werking gaat treden en zo ja wanneer. Anticipatie is derhalve nog niet aan de orde, maar de maatschappelijke ontwikkelingen die de aanleiding vormen voor het wetsvoorstel, sijpelen toch langzaam door in de rechtspraak, hoewel limiteringsverzoeken in de meeste gevallen nog worden afgewezen.

Advies alimentatieplichtigen

Met name wanneer al enkele jaren alimentatie wordt betaald, kan het zinvol zijn voor de alimentatieplichtige om de duur van de alimentatie nog eens ter discussie te stellen. De alimentatieplichtige hoeft niet altijd de termijn van 12 jaar ‘uit te zitten’. Van de alimentatiegerechtigde wordt verlangd haar verdiencapaciteit te benutten. Indien de alimentatieplichtige al een aantal jaren betaalt, de alimentatiegerechtigde zich onvoldoende heeft ingespannen om (meer) te gaan werken, gesteld kan worden dat de behoefte ‘verbleekt’ is en ook uit de overige feiten en omstandigheden volgt dat het redelijk is dat er voor de alimentatieplichtige een eind in zicht komt, zie ik kansen voor de alimentatieplichtige om limitering te realiseren. Ik adviseer alimentatieplichtigen die al enige tijd partneralimentatie betalen dan ook om juridisch advies in te winnen om te bezien wat de mogelijkheden zijn. Tegelijkertijd dient de alimentatieplichtige zich te realiseren dat in heel wat zaken de alimentatiegerechtigde geen verdiencapaciteit heeft, deze al volledig wordt benut of de zorg voor (jonge) kinderen een verdere uitbreiding van werkzaamheden belet. Vanzelfsprekend wordt met al dit soort omstandigheden (leeftijd alimentatiegerechtigde, werkervaring, opleiding, zorg kinderen, gezondheid etc.) rekening gehouden.

Gilyan Parker