25 maart 2012

Besturende commissaris: recht op directiesalaris?

Door Gilyan Parker

De voornaamste taak van de raad van commissarissen (rvc) is het houden van toezicht op het beleid van de raad van bestuur (rvb) en op de algemene gang van zaken in de vennootschap.

Commissarissen ontvangen in de regel een schappelijk salaris voor hun werkzaamheden. De algemene vergadering van aandeelhouders (ava) stelt dit salaris vast. Maar wat nu als de commissaris ook managementaken verricht? Heeft de commissaris hierdoor recht op extra salaris, en zo ja, door welk orgaan wordt dit aanvullende salaris vastgesteld? De Hoge Raad wees onlangs een interessant arrest.

Feiten

X wordt benoemd tot commissaris van Imeko Holding NV. Na enige tijd vertrekt het bestuur van de NV, waarop de ava besluit de bestuurstaken aan de rvc over te laten. De ava stelt voor deze aanvullende werkzaamheden geen salaris vast. De rvc besluit daarentegen dat de commissarissen – waaronder X – voor hun managementtaken een vergoeding dienen te ontvangen. Na een aantal jaar treedt X af als lid van de rvc. Er ontstaat een geschil tussen X en Imeko Holding NV over nog te betalen salaris. X is van mening dat hij voor de verrichte bestuurstaken een aanzienlijk bedrag aan managementvergoedingen verdient. Imeko Holding NV voert echter aan dat X als commissaris geen recht had op een managementvergoeding.

Arrest Hoge Raad

De Hoge Raad overweegt dat de statuten van Imeko Holding NV de vaststelling van de bezoldiging van bestuurders aan de rvc overlaten. De vraag is echter of X (juridisch) als bestuurder kan worden aangemerkt. X is pas bestuurder als hij door de ava als bestuurder is benoemd. Een dergelijk besluit heeft nimmer plaatsgevonden. X maakte dan ook – ondanks de verrichte bestuurstaken – geen deel uit van het bestuur, waardoor de rvc niet bevoegd was een bezoldiging aan X toe te kennen voor aanvullende bestuurswerkzaamheden. De Hoge Raad komt tot de conclusie dat X niet in aanmerking komt voor een managementvergoeding.

Advies

De Hoge Raad wijst in mijn ogen een duidelijk arrest. Beslissend voor de vraag of een commissaris recht heeft op een vergoeding voor verrichte bestuurstaken, is of hij daadwerkelijk – juridisch – als bestuurder kan worden aangemerkt. De aard van de verrichte werkzaamheden is niet beslissend, maar de vraag of de betreffende commissaris ook de hoedanigheid van bestuurder heeft gekregen. Ik zal dan ook iedere commissaris die bestuurstaken verricht adviseren zo spoedig mogelijk van het bevoegde orgaan – in casu de ava – een benoemingsbesluit af te dwingen. Immers, hiermee voorkomt de commissaris dat hij managementtaken verricht, zonder dat daar enige vergoeding tegenover staat.

Gilyan Parker