1 april 2010

Individuele sponsorcontracten verleden tijd?

Door Gilyan Parker

De voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht heeft op 10 maart jl. een uitspraak gedaan die wellicht verstrekkende gevolgen zal hebben voor de gehele sportwereld.

Inhoud van de zaak

In deze zaak gaat het om de vraag of badmintonspelers – die op grond van hun individuele sponsorovereenkomsten verplicht zijn om de door hun eigen sponsor ter beschikking gestelde materialen (waaronder rackets) te gebruiken – door de Nederlandse Badminton Bond (NBB) verplicht kunnen worden uitsluitend het materiaal te gebruiken van de sponsor van de NBB?

De NBB heeft een sponsorovereenkomst gesloten met een Japanse leverancier van badmintonartikelen. Deze sponsorovereenkomst levert de NBB veel geld op. De NBB kan hierdoor uitvoering geven aan het opgestelde beleidsplan. Op grond van deze overeenkomst is de NBB verplicht ervoor te zorgen dat de spelers/speelsters van één van de nationale selecties (junioren en senioren) uitsluitend materiaal (waaronder rackets) van de Japanse leverancier gebruiken. De NBB heeft met ingang van 1 januari 2010 uitvoering gegeven aan deze verplichting. Indien een speler niet uitsluitend het materiaal van de Japanse leverancier wil gebruiken, dan wordt hij niet toegelaten tot de nationale selectie. Hij kan daardoor niet deelnemen aan de landenteamtoernooien, en ontvangt geen reis- en verblijfkostenvergoeding voor individuele internationale toernooien.

Enkele badmintonspelers (waarvan 3 professionals) en een concurrent van de Japanse leverancier kunnen zich hier niet mee verenigen. Zij stellen dat de sponsorovereenkomst in strijd is met het mededingingsrecht en ten opzichte van de speler naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daarnaast stellen zij dat de NBB door het maken en uitvoeren van deze afspraak misbruik maakt van haar economische machtspositie. Voorts stellen de spelers zich op het standpunt dat de NBB en de Japanse leverancier onrechtmatig tegenover hen handelen doordat zij hen uitlokken om hun individuele sponsorovereenkomsten niet na te komen en wanprestatie te plegen.

De beslissing

De rechter concludeert dat de drie spelers zeker hinder zullen ondervinden van het contract, maar vindt dat het algemeen belang van de NBB zwaarder weegt. De rechter weegt hierbij mee dat de NBB heeft aangevoerd dat zij het geld van de Japanse sponsor dringend nodig heeft om haar beleidsdoelstellingen goed te kunnen uitvoeren. Ook vormt het contract voor de spelers geen belemmeringen om op hoog niveau te blijven spelen. De vorderingen van de spelers en de concurrent van de Japanse leverancier worden afgewezen.

Gevolgen voor de sportwereld

Deze (merkwaardige) uitspraak zou wel eens verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Dit kan betekenen dat de individuele sponsorcontracten van elke atleet, in welke sport dan ook, opzij kunnen worden geschoven door een nationale bond en dat de atleet dan zelf maar de keuze moet maken of hij nog voor zijn land wil uitkomen. Op basis van deze uitspraak kan bijvoorbeeld de KNVB (voetbalbond) spelers gaan dwingen om op Nike schoenen te voetballen of de KNLTB (tennisbond) kan van spelers eisen dat zij tijdens landenwedstrijden met Dunlop rackets en Lotto kleding moet spelen, of de KNSB (schaatsbond) gaat Sven Kramer vertellen op wat voor schaatsen hij zijn rondjes moet maken. De gevolgen van deze uitspraak kunnen voor de sportwereld verstrekkend zijn. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd.

Gilyan Parker