9 mei 2016

Biljartwedstrijden op zondag levert discriminatie op

Door Gilyan Parker

Een man die vanwege zijn geloof op zondag niet deel kan nemen aan biljartwedstrijden, heeft een klacht ingediend bij het College voor de Rechten van de Mens.

Het College heeft de klacht gegrond verklaard. De Biljartbond heeft onvoldoende onderzocht of de wedstrijden ook op een andere dag dan zondag plaats zouden kunnen vinden. Er is daarom sprake van discriminatie. Hoe is het College tot dit oordeel gekomen? Op zondag kan de man niet deelnemen aan wedstrijden omdat hij dan een rustdag houdt. De Biljartbond heeft, ondanks meerdere verzoeken daartoe, geweigerd om de wedstrijden waar de man aan deel wil nemen van zondag naar zaterdag te verplaatsen. De man heeft hierdoor een competitiewedstrijd moeten missen. Volgens de Biljartbond is het onmogelijk om rekening te houden met de geloofsovertuigingen van alle deelnemers.

Indirect onderscheid geloofsovertuiging

Het door de Biljartbond gemaakte onderscheid houdt geen rechtstreeks verband met een bepaalde geloofsovertuiging (de man wordt niet enkel en alleen vanwege zijn geloof uitgesloten van deelname), er is dus geen sprake van direct onderscheid. Er is volgens het College wel sprake van indirect onderscheid op grond van godsdienst. Dit betekent dat een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze (hier: het organiseren van wedstrijden op zondag) tot gevolg heeft dat personen met een bepaalde godsdienst in vergelijking met andere personen bijzonder worden getroffen (hier: personen die op zondag een rustdag houden). Indirect onderscheid is enkel toegestaan indien het onderscheid objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. Met andere woorden: er moet een goede reden bestaan voor het maken van indirect onderscheid en het maken van het onderscheid moet noodzakelijk zijn. Het College heeft eerst getoetst of er sprake is van een rechtvaardig doel. De Biljartbond heeft in dit kader aangevoerd dat data en locaties van wedstrijden geruime tijd van tevoren worden ingepland. Een groot deel van de wedstrijden vindt plaats bij externe locaties. Deze partijen hebben er belang bij dat een deel van de wedstrijden op zondag plaatsvindt. Op die dag komen de meeste bezoekers en wordt er de hoogste omzet gedraaid. Volgens de Biljartbond is het belangrijk om de externe partijen te vriend te houden zodat er voldoende locaties beschikbaar blijven. Het College is van oordeel dat deze doelen voldoende zwaarwegend zijn en geen discriminerend oogmerk hebben. Er bestaat volgens het College dus een goede reden voor het plannen van de wedstrijden op zondag. Toch heeft de Biljartbond volgens het College onjuist gehandeld. Volgens het College kan de Biljartbond niet goed onderbouwen waarom het verzoek van de klager -om de wedstrijden te verplaatsen- niet konden worden ingewilligd. De Biljartbond heeft in dit kader onvoldoende aangetoond dat er minder spelers en/of bezoekers komen als de wedstrijden alleen op vrijdag en zaterdag worden gehouden. Evenmin is bewezen dat een dergelijke planning onoverkomelijk is voor de commerciële locatiehouders. De Biljartbond heeft aldus niet aan kunnen tonen dat het onderscheid op grond van geloof noodzakelijk was. Er is daarom sprake van ongerechtvaardigd onderscheid (discriminatie).

Discriminatie

In principe is het maken van onderscheid op basis van godsdienst, politieke gezindheid, ras, geslacht zwangerschap, nationaliteit, geaardheid, burgerlijke staat, handicap/chronisch ziekte, arbeidsduur (fulltime/ parttime), soort contract (bepaalde tijd/ onbepaalde tijd) niet toegestaan tenzij er sprake is van een wettelijke uitzonderingsgrond. Twijfelt u of het maken van onderscheid is toegestaan? Laat u dan adviseren. Eventueel kunt u een oordeel over het eigen handelen aan het College vragen. Zo kunnen klachten en negatieve publiciteit worden voorkomen.

Gilyan Parker