28 februari 2023
Ingrid Kastanje exploiteerde samen met haar man een grote vastgoedportefeuille in Den Haag. Twee volbloed Hagenezen, met het hart op de tong.
Een paar keer per jaar schakelde de familie Kastanje mij in. “Kijk, ik ben gedagvaard,” zei Ingrid en ze schoof een stapel papieren naar mij toe. “Door Winston Treurniet, die gek. Hij wil zijn borg terug.” Treurniet had van de familie Kastanje een vrijstaand pand gehuurd aan de rand van Den Haag. Hij was van plan er een hospice te beginnen. De man had het pand met een aannemer geïnspecteerd, vervolgens het huurcontract ondertekend en een borg van 25.000 euro betaald.
Een paar maanden verstreken, zonder dat de huurder het pand in gebruik nam. “Ik heb Winston maar eens opgebeld,” vertelde mijn cliënte, “want hij betaalde ook zijn huur niet. Nou, onze vriend Treurniet hield niet op met jammeren. Het pand was volgens hem ongeschikt om als hospice te dienen. De badkamer was te klein, de keuken te groot, enzovoort. Ik heb hem gezegd dat hij gewoon huur moest betalen, geen gezeik.”
Maar toen Treurniet dat niet deed, was de familie Kastanje op zoek gegaan naar een andere huurder. Die was gauw gevonden. “Treurniet had een huurschuld bij ons van 35.000 euro, maar wij hadden die borg nog. Ik dacht, laat het verschil maar zitten. Maar nu moet ik mezelf wel verdedigen.” Ik belde de jonge advocaat van de wederpartij, mr. Groen. Ik vroeg hem of het niet verstandiger was om de zaak te laten rusten. Want er zou zeker een tegenvordering vanwege de huurschuld worden ingediend en dan zou Treurniet 10.000 euro meer kwijt zijn. Mr. Groen voelde er niets voor. “Mijn cliënt heeft gedwaald bij het sluiten van de huurovereenkomst, hij is verkeerd geïnformeerd. Wat er gebeurt, is schandalig. De man wil zijn borg terug!” Ik moest lachen om de felheid van mijn collega. Dertig jaar geleden was ik ook zo’n heethoofd geweest.
Een paar maanden later hoorde kantonrechter mr. Blosjes het verhaal van mr. Groen aan. “Hoe kan er sprake van dwaling zijn?”, vroeg zij. “De heer Treurniet heeft met een aannemer het pand geïnspecteerd. Hij wist precies wat hij huurde.” De kantonrechter vertelde verder dat zij de huurvordering van Ingrid Kastanje zou toewijzen en stelde tot slot een vraag die de advocaat bekend moet zijn voorgekomen. “Mr. Groen, was het niet verstandiger geweest om deze zaak te laten rusten?”
Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem bij juridische vragen direct contact met ons op.
De column “Heethoofd” is geschreven voor Den Haag Centraal. Raymond de Mooij schrijft hier maandelijks over wat hij meemaakt in zijn praktijk.
28 november 2023
Een van de belangrijkste onderdelen van een huurovereenkomst is de huurprijs. Na verloop van tijd kan het zo zijn dat de huurprijs niet meer marktconform is.
Lees meer21 november 2023
In de meeste huurovereenkomsten voor woonruimte is opgenomen dat het houden van hoofdverblijf in het gehuurde verplicht is.
Lees meer16 november 2023
In het geval een huurder van een woonruimte komt te overlijden, dan eindigt de huurovereenkomst in beginsel na verloop van twee maanden.
Lees meer