Pand- en hypotheekrechten zijn sterke rechten. Komt de schuldenaar de verplichtingen naar de pand- of hypotheekgever niet na en is sprake van verzuim, dan kan de pand- of hypotheekhouder het met pand- of hypotheekrecht belaste goed uitwinnen (executieverkoop). Zij kunnen zich dan met voorrang boven andere schuldeisers op de opbrengst verhalen. Daarvoor is niet eerst een uitspraak van de rechter nodig. Pand- en hypotheekhouders behouden dit recht ook, in het geval de pand- of hypotheekgever failliet gaat. Zij kunnen hun rechten dan uitoefenen, alsof er geen faillissement was.
Het is wel noodzakelijk, dat de vordering waarvoor pand- of hypotheekrecht wordt verstrekt goed wordt gedocumenteerd en het bestaan ervan kan worden bewezen.
๐ข๐ฝ๐ป๐ฎ๐บ๐ฒ ๐๐ฎ๐ป ๐ฒ๐ฒ๐ป ๐๐ผ๐ฟ๐ฑ๐ฒ๐ฟ๐ถ๐ป๐ด ๐ถ๐ป ๐ท๐ฎ๐ฎ๐ฟ๐ฟ๐ฒ๐ธ๐ฒ๐ป๐ถ๐ป๐ด ๐ถ๐ ๐ป๐ถ๐ฒ๐ ๐๐ผ๐น๐ฑ๐ผ๐ฒ๐ป๐ฑ๐ฒ. ๐๐ฒ๐ ๐ฏ๐ฒ๐๐๐ฎ๐ฎ๐ป ๐๐ฎ๐ป ๐ฒ๐ฒ๐ป ๐บ๐ฒ๐ ๐ต๐๐ฝ๐ผ๐๐ต๐ฒ๐ฒ๐ธ๐ฟ๐ฒ๐ฐ๐ต๐ ๐ด๐ฒ๐ฑ๐ฒ๐ธ๐๐ฒ ๐๐ผ๐ฟ๐ฑ๐ฒ๐ฟ๐ถ๐ป๐ด ๐บ๐ผ๐ฒ๐ ๐๐ผ๐ฟ๐ฑ๐ฒ๐ป ๐ผ๐ป๐ฑ๐ฒ๐ฟ๐ฏ๐ผ๐๐๐ฑ ๐ฒ๐ป ๐๐ฒ๐ฟ๐ธ๐น๐ฎ๐ฎ๐ฟ๐ฑ.
Het Gerechtshof Den Haag heeft recent een arrest gewezen in een zaak waarin de faillissementscurator het bestaan van een met hypotheekrecht versterkte vordering betwistte.
Volgens de curator was er geen enkele logische verklaring voor het bestaan van een vordering van de schuldeiser op de gefailleerde vennootschap en dat, afgezien van de vermelding in de jaarrekeningen, ook uit niets blijkt dat daadwerkelijk ooit een vordering van de schuldeiser op de failliet is ontstaan.
De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat de schuldeiser onvoldoende gemotiveerd op de betwisting van de curator is ingegaan. De schuldeiser heeft slechts gewezen op de jaarrekeningen waarin de vordering is vermeld, heeft geen onderliggende overeenkomst verstrekt en heeft evenmin op andere wijze inzicht gegeven in de wijze waarop de vordering zou zijn ontstaan. Het had op de weg van de schuldeiser gelegen om duidelijkheid te verstrekken over de achtergronden van het ontstaan van de gestelde vordering en een verklaring te geven voor het feit dat de curator in de administratie van de failliete vennootschap slechts betalingen van failliet aan de schuldeisers heeft aangetroffen en niet andersom.
In hoger beroep bekrachtigt het Gerechtshof het oordeel van de rechtbank oordeelt het voorts dat de jaarrekeningen van failliete vennootschap en de schuldeiser onvoldoende onderbouwing vormen voor het bestaan van een vordering van de schuldeiser op de failliete vennootschap omdat al deze stukken zijn opgesteld met de input van de (indirect) bestuurder van beide vennootschappen.
Het feit dat de met hypotheek gedekte vordering in zowel de jaarrekening van de schuldeiser als de schuldenaar (failliete vennootschap) staat vermeld, vormt dus onvoldoende bewijs voor het bestaan van een vordering. Met name als de beide vennootschappen dezelfde (indirecte) bestuurder hebben en deze invloed kan uitoefenen op de jaarrekening.
Zorg er dus voor dat vorderingen goed worden vastgelegd en gedocumenteerd. Enkele opname van een vordering in de jaarrekening is onvoldoende. Een curator heeft de taak om de belangen van de schuldeisers te beschermen en moet ervoor zorgen dat alle aanspraken op een eerlijke en transparante manier worden beoordeeld. Bij de beoordeling van het geclaimde pand of hypotheekrecht zal de curator dus, en terecht, goed kijken naar het bestaan van de onderliggende vordering en deze zo nodig betwisten.
Het insolventie-team van GMW advocaten heeft veel kennis van het opstellen van heldere kredietdocumentatie/leningsovereenkomsten en het vestigen, maar ook uitwinnen van zekerheidsrechten als pand- en hypotheekrechten. Wij zijn daarbij gewend om in overleg te treden, met de schuldenaar, een faillissementscurator of eventuele andere schuldeisers/zekerheidsgerechtigden die eveneens een bevoorrechte positie hebben. Uiteraard zorgen wij ook voor jou graag voor gedekte financieringen of recovery op jouw vordering.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Neem gerust contact met mij op (s.dewit@gmw.nl).
