8 mei 2016

De Wet doorstroming huurmarkt: de nieuwe regeling voor huurverhogingen en tijdelijke verhuur

Door Gilyan Parker

Op 12 april 2013 is de Wet doorstroming huurmarkt 2015 door de Eerste Kamer aangenomen. Dit betekent voor zelfstandige sociale huurwoningen dat op 1 juli 2016 de huurprijs inkomensafhankelijk verhoogd kan worden.

Woningcorporaties moeten bij de huurverhoging de huursombenadering toepassen. Verder worden voor alle woningen de mogelijkheden om tijdelijk te verhuren verruimd. In deze weblog wordt e.e.a. overzichtelijk voor u op een rij gezet.

Maximale huurverhoging per 1 juli 2016:

  • 2,1 procent voor huishoudens met een inkomen tot 34.678 Euro;
  • 2,6 procent voor huishoudens met een inkomen tussen 34.678 en 44.360 Euro;
  • 4,6 procent voor huishoudens met een inkomen boven 44.360 Euro.

De inkomensgegevens kunnen door de verhuurder worden aangevraagd via het daarvoor bestemde webportaal van de Belastingdienst. Er wordt dan een inkomensindicatie alsmede het aantal inkomensontvangers per adres verstrekt. Als het inkomen niet bekend is, mag niet meer dan de basisverhoging van 2,1 % worden toegepast.

Huursombenadering

De Minister heeft de woningcorporaties een beperking opgelegd in die zin dat de stijging van de totale huursom van alle verhuurde woningen, ten gevolge van de per 1 juli doorgevoerde huurstijgingen gemiddeld niet meer mag zijn dan 1 % (de inflatie + 0,4 %) in 2016 dan wel de inflatie + 1% in 2017. Dit heet “de huursombenadering” en deze heeft slechts betrekking op de hierboven genoemde sociale huurwoningen waarvan de huurprijs maximaal 2,1 % verhoogd mag worden. Geliberaliseerde woningen, woningen waarvoor ingevolge de nieuwe wet een hogere huurprijsstijging is toegestaan, woningen met een prijsstijging per 1 juli door huurharmonisatie bij nieuwe verhuur, en woningen met een prijsstijging per 1 juli door woningverbetering/renovatie, vallen dus niet onder de huursombenadering.

Tijdelijke huurcontracten voor zelfstandige en onzelfstandige woonruimte

Voor huurcontracten voor bepaalde tijd die ingaan vanaf 1 juli 2016, geldt dat ze van rechtswege eindigen aan het einde van de huurtermijn. Voorwaarde is dat de huurtermijn voor zelfstandige woningen niet meer dan twee jaar is, en voor onzelfstandige woningen niet meer dan vijf jaar. Een andere voorwaarde is dat de verhuurder drie tot één maand(en) vooraf  aan de huurder een kennisgeving stuurt van de dag waarop de huur verstrijkt. De verhuurder is dan dus niet gebonden aan de strenge wettelijke opzeggingsgronden. Bovengenoemde huurcontracten kunnen door de huurder ook tussentijds worden opgezegd. Dat is een belangrijke positieve wijziging voor de huurder ten opzichte van de regels die gelden voor overeenkomsten van vóór 1 juli 2016.

Uitbreiding van de opzeggingsgrond dringend nodig hebben voor eigen gebruik

Een huurovereenkomst kan op dit moment op grond van dringend eigen gebruik beëindigd worden als de verhuurder de woning nodig heeft voor de verhuur aan zijn doelgroep studenten. Per 1 juli 2016 geldt dit ook bij de verhuur van zelfstandige (complex-)woningen aan gehandicapten of ouderen, en bij de verhuur van woonruimte aan jongeren, promovendi of grote gezinnen. De specialisten van de vastgoedsectie van GMW advocaten zijn uitstekend op de hoogte van de laatste wetswijzigingen. Zij weten hoe u welke huurprijsstijgingen kunt aanzeggen, en kunnen u uitleggen hoe u het beste profijt kunt hebben van de verruimde mogelijkheden voor tijdelijke verhuur.

Gilyan Parker

Gerelateerde blogs

21 maart 2024

De huurrechtelijke verdeling van onderhouds- en herstelkosten

Voor wiens rekening komen de kosten van onderhoud en herstel van het pand: de huurder of de verhuurder? Het is een vraag die veelvuldig tot discussie leidt en waarover veel geprocedeerd wordt. In deze blog wordt ingezoomd op de wettelijke regeling en de afwijkende regeling van de ROZ-modellen.

Lees meer

14 maart 2024

Contractuele medehuur en de scheidingsregel: een vervolg

In een eerder artikel schreef ik reeds over de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, waarin werd geoordeeld dat contractuele medehuurders een beroep kunnen doen op de scheidingsregel van artikel 7:267 lid 7 BW.

Lees meer

13 februari 2024

Wat kan een verhuurder doen tegen bestuursdwang?

Onlangs zijn er zes belangrijke uitspraken gepubliceerd door de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, waarin duidelijk wordt gemaakt wanneer bestuursdwang tegen een verhuurder mogelijk is.

Lees meer