1 juni 2021

Diplomatenclausule

Door Raymond de Mooij

In september 2017 werd Simon Bestwil door zijn werkgever voor een periode van vijf jaar uitgezonden naar Bangkok.

Voordat hij met zijn gezin naar Thailand vertrok, had Bestwil zijn woning in de Vogelwijk voor eenzelfde termijn verhuurd aan een werknemer van Unilever, Kees Sikkeneurig.

De makelaar die het huurcontract had opgesteld, had daarin een zogenaamde diplomatenclausule opgenomen. Indien Bestwil vervroegd zou terugkeren naar Nederland, diende Sikkeneurig de huurwoning te verlaten en kon hij zich niet beroepen op huurbescherming. Toen Bestwil mij eind 2020 belde, klonk hij paniekerig. “Ik heb binnen mijn bedrijf een promotie gemaakt en krijg een functie op het hoofdkantoor in Amsterdam. Wij moeten dus over drie maanden weer naar Nederland verkassen. Maar nu weigert mijn huurder om ons huis te verlaten. Ik kreeg een brief van zijn advocaat, mr. Knor.”

Namens Kees Sikkeneurig beriep mr. Knor zich op huurbescherming. Zijn cliënt was zich bij het aangaan van de huurovereenkomst onvoldoende bewust geweest van de gevolgen van de diplomatenclausule. Sikkeneurig bleef dus zitten waar hij zat. Mijn cliënt moest met zijn gezin maar elders woonruimte zoeken.

Op verzoek van Simon Bestwil vorderde ik vervolgens in kort geding ontruiming van de door Sikkeneurig gehuurde woning. Ik beriep mij op de diplomatenclausule. “Mijn cliënt is een juridische leek,” betoogde mr. Knor tijdens de zitting. “Hem is nooit verteld dat hij zijn recht op huurbescherming prijsgaf.” In dat verweer ging de voorzieningenrechter niet mee. “Niet alleen is uw cliënt intelligent genoeg om de inhoud van de toch niet bijster ingewikkelde bepaling te begrijpen, maar bovendien lees ik in de stukken dat hij zich heeft laten adviseren door de juridische afdeling van zijn werkgever Unilever. Het betekent dat uw cliënt dient te ontruimen. Afspraak is afspraak.”

Vier maanden na het ontruimingsvonnis belde mr. Knor. Hij was boos. “Uw cliënt heeft de kluit belazerd. Hij is met zijn gezin in Amsterdam gaan wonen en heeft het huis in de Vogelwijk verkocht. Sikkeneurig heeft het allemaal uitgezocht en wil een schadevergoeding.”

Toen ik Simon Bestwil telefonisch met het verhaal confronteerde, reageerde hij laconiek. “Het klopt wel zo’n beetje. Mijn vrouw kreeg vorige maand een baan in Buitenveldert aangeboden. Het was voor ons natuurkijk veel praktischer om dan maar in Amsterdam te gaan wonen. Tsja, als je alles van tevoren weet. Het leven neemt soms rare wendingen.” En wat ik verder ook van die reactie vond, het was in ieder geval een diplomatiek antwoord.

Deze column is geschreven voor Den Haag Centraal, waarin Raymond de Mooij maandelijks schrijft over wat hij meemaakt in zijn praktijk.

 

Raymond de Mooij

Raymond de Mooij

Advocaat/partner

Raymond de Mooij is één van de grondleggers van GMW advocaten.

Gerelateerde blogs

28 maart 2024

Mandeligheid van een gemeenschappelijke muur

Mandeligheid van een gemeenschappelijke muur is niet zelden een punt van discussie tussen buren: is de schutting tussen twee tuinen gemeenschappelijk eigendom? Zo ja, mag de ene buurman dan (mede) op kosten van de andere buurman onderhoud uitvoeren of de schutting zelfs geheel vervangen?

Lees meer

22 februari 2024

Wat is de waarde van gemeenschappelijke grond in de VvE?

Het is geen onbekend verschijnsel: een lid van de VvE blijkt zijn tuin of dakterras te hebben uitgebreid buiten de grenzen van zijn privé gedeelte, en vraagt achteraf aan de VvE om deze toestand te legaliseren.

Lees meer

8 februari 2024

De klachtplicht

Het komt regelmatig voor dat een zaak niet beantwoordt aan hetgeen is overeengekomen. Na de levering van een pand kan bijvoorbeeld sprake zijn van verborgen gebreken.

Lees meer