4 november 2014

Dwangsom = Kassa! Of toch niet?

Door Gilyan Parker

Indien men een vordering tegen een andere partij heeft die ertoe strekt iets te doen of juist niet te doen, kan men de rechter verzoeken de veroordeling uit te spreken onder oplegging van een dwangsom.

Dit is ook wat er in een kort geding aangespannen tegen de Vara gebeurde.

Consumentenprogramma Kassa

Vara produceert het welbekende programma Kassa, waarin klachten van consumenten  worden behandeld. In een van de uitzendingen van het programma betrof dat klachten over een telecombedrijf. Dit bedrijf was hier niet blij mee en spande een procedure tegen de Vara aan, waarin het vorderde dat bepaalde fragmenten uit het programma zouden worden verwijderd. Daarbij heeft het telecombedrijf tevens gevorderd dat de Vara tot betaling van een dwangsom van € 20.000,- zou worden veroordeeld, voor iedere dag dat deze fragmenten nog te zien zouden zijn. De rechter gaf het telecombedrijf gelijk en bepaalde daarbij dat Vara de fragmenten binnen twee weken na betekening van het vonnis moest verwijderen. Voor iedere dag dat deze termijn zou worden overschreden legde de rechter de Vara de genoemde dwangsom op met een maximum van € 500.000,-.

Uitvoering van het vonnis

De medewerkers van de Vara gingen vervolgens aan de slag om de fragmenten over het telecombedrijf uit de uitzending te verwijderen. Inmiddels was de uitzending echter al op verschillende internetportalen te zien, o.a. op de website van het programma Kassa. Nadat de Vara een nieuwe uitzending – zonder fragmenten over het telecombedrijf – had gemonteerd, heeft zij de oude uitzending op alle portalen door de nieuwe vervangen. Althans, dat dacht zij. Door een technische fout was op de website van het programma Kassa, nog wel de oude uitzending te zien. 27 dagen nadat de termijn voor het verwijderen van de oorspronkelijke uitzending was verlopen maakte het telecombedrijf dan ook aanspraak op het maximum van de dwangsom, ad € 500.000,-.

Executie geldig: dwangsom verschuldigd of niet?

De Vara heeft als reactie hierop een executie kort geding aanhangig gemaakt, waarin zij betoogde dat het telecombedrijf geen aanspraak kon maken op de dwangsommen. De Vara legde daaraan ten grondslag dat zij al het nodige zou hebben gedaan om aan de veroordeling te voldoen. Zij had immers een nieuwe uitzending gemonteerd en deze op alle internetportalen geupload. Het was enkel aan een technische fout te wijten dat de oude uitzending nog op de website van Kassa te zien was. De kort geding-rechter is het in dit geding niet eens met de Vara. Zij had immers bij iedere website kunnen controleren of de upload van de nieuwe uitzending was gelukt. Dat heeft zij niet gedaan en om deze reden heeft zij de dwangsommen in beginsel ook verbeurd. Desondanks is de rechter van mening dat het telecombedrijf geen aanspraak kan maken op het maximum van de dwangsommen. De kort geding-rechter voert daarvoor aan dat de doelstelling van de veroordeling van de Vara onder oplegging van een dwangsom het voorkomen van reputatieschade was. In het geding was gebleken dat het telecombedrijf reeds één dag nadat de termijn voor het verwijderen van de oorspronkelijke uitzending ervan op de hoogte was, dat deze nog wel op de website van Kassa stond. Omdat het telecombedrijf tevens kon zien dat op alle andere internetportalen de nieuwe versie van de uitzending te zien was, moet het voor haar aannemelijk zijn geweest dat er een fout was gemaakt. Desalniettemin heeft het telecombedrijf de Vara hier niet direct op aangesproken, maar 27 dagen gewacht en toen aanspraak gemaakt op de maximale  dwangsom.

Misbruik van recht

De rechter besliste dus dat het telecombedrijf zich ten onrechte rijk heeft gerekend. Door in de gegeven omstandigheden 27 dagen te wachten alvorens aanspraak op de dwangsom te maken, maakte het telecombedrijf misbruik van executie. Het oorspronkelijke doel – het beperken van reputatieschade – werd daarmee immers niet gediend, maar enkel het financiële belang van het telecombedrijf. Nu de verbetering van de financiële positie van het bedrijf niet tot de doelstelling van de opgelegde dwangsom behoorde, kan het telecombedrijf daar ook geen aanspraak op maken.

Conclusie

Ook met een toewijzend vonnis met een veroordeling onder oplegging van een dwangsom dient derhalve verantwoordelijk te worden omgegaan. Het mag in ieder geval niet enkel gebruikt worden om geld te incasseren, terwijl tegelijkertijd het oorspronkelijke belang waarvan de bescherming was ingeroepen, wordt geschaad. Een andere les die met dit vonnis wordt geleerd is dat ook al heeft men in de hoofdzaak verloren, erin sommige gevallen tegen een onredelijke tenuitvoerlegging van het vonnis verweer mogelijk is. GMW Advocaten kan u ook daarbij adviseren.

Gilyan Parker