7 juni 2015

Financieringsvoorbehoud bij aandelentransactie

Door Gilyan Parker

Een koper die op het moment van het sluiten van een transactie de koopprijs niet meteen kan voldoen,  kan een financieringsvoorbehoud bedingen. Dat gebeurt vaak bij de aankoop van een huis, maar komt ook voor bij het kopen van de aandelen in een bedrijf.

Maar wat als de koper zo’n voorbehoud niet op de juiste wijze inroept? Is de koper dan schadeplichtig? En zo ja, geldt dat ook voor zijn bestuurder? In het geval van een aandelentransactie werd zo’n kwestie aan de rechter voorgelegd

Aandelentransactie

In de zaak die ik hier bespreek was tussen partijen overeengekomen dat indien de koper het financieringsvoorbehoud met betrekking tot de koop van aandelen wilde inroepen, hij een afwijzing van ten minste twee financiers moest overhandigen. Daarin moest een korte samenvatting worden gegeven van de redenen van afwijzing. Verder had de koper bedongen dat hij mocht aangeven wie uiteindelijk als kopende partij zou optreden. De vennootschap Crane Services werd daarop als kopende partij akkoord bevonden door de verkopers. Tot aankoop van de aandelen kwam het echter niet. Crane Services riep het financieringsvoorbehoud in. Dat gebeurde echter niet op de overeengekomen wijze. Verkopers accepteerden dat niet, vorderden nakoming en werden daartoe door zowel rechtbank als gerechtshof in het gelijk gesteld. Crane Services bleek echter niet in staat te betalen. Daarop starten verkopers een procedure tegen de partijen achter Crane Services, waaronder indirect bestuurder X. Daarin werd primair nakoming, subsidiair schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen gevraagd.

Rechtbank en Gerechtshof

Zowel de Rechtbank Zutphen als het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wezen de nakomingsvordering af omdat de verkopers hadden ingestemd met Crane Servies als kopende partij. Daardoor was hun recht om nakoming van de partijen achter Crane Services te vorderen, komen te vervallen. Wel achten zij indirect bestuurder X aansprakelijk voor de ontstane schade wegens onrechtmatig handelen. X had als indirect bestuurder van Crane Services contractuele verplichtingen aanvaard waaraan Crane Services op dat moment niet kon voldoen en ook geen verhaal bood. Ook had X Crane Services onvoldoende middelen verschaft om aan die verplichtingen te voldoen. Bovendien was aan X toe te rekenen dat het financieringsvoorbehoud niet tijdig en correct door Crane Services was ingeroepen.

Hoge Raad

X heeft zich bij deze uitspraken niet willen neerleggen en heeft cassatie ingesteld van het arrest van het Gerechtshof. De Hoge Raad stelt bij haar beoordeling van het cassatiemiddel voorop dat in beginsel alleen de vennootschap aansprakelijk is voor niet-nakoming van haar contractuele verplichtingen. Een bestuurder is alleen dan aansprakelijk indien hem een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Het standaardarrest van de Hoge Raad Ontvanger/Roelofsen (Hoge Raad 8 december 2006, NJ 2006/659) is ook hier weer leidend geweest. Een bestuurder is een persoonlijk ernstig verwijt te maken indien:

  • hij namens de vennootschap verplichtingen aangaat waarvan hij weet of redelijkerwijs hoort te begrijpen dat de vennootschap die niet kan nakomen en op dat moment ook geen verhaal biedt
  • hij heeft toegelaten of bewerkstelligd dat de vennootschap in een positie is gekomen dat zij haar verplichtingen niet langer nakomt.

Of er sprake is van voldoende ernstig verwijt dient te worden vastgesteld aan de hand van alle relevante omstandigheden van het geval. Een ernstig verwijt wordt niet snel aangenomen. Reden daarvoor is dat bestuurders anders hun handelen door defensieve overwegingen zouden laten bepalen. De Hoge Raad stelt in haar arrest vast dat het Gerechtshof niet heeft onderzocht of er in casu sprake is geweest van een “ernstig persoonlijk verwijt”. Om die reden vernietigt zij het arrest en verwijst zij de zaak voor verdere behandeling door naar Gerechtshof Den Bosch.

Conclusie

Deze uitspraak van de Hoger Raad is in lijn met de bestaande jurisprudentie. In die wekt het verbazing dat het Gerechtshof die lijn niet heeft gevolgd. Het Gerechtshof Den Bosch zal zich nu over de zaak moeten buigen. Hij zal de vraag moeten beantwoorden of het samenstel van feiten en omstandigheden in deze zaak voldoende is om de bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt te maken. Uit de uitspraak voor zover die is gepubliceerd is niet goed af te leiden waar het naar toe zal gaan. De vraag is wat er nu gaat gebeuren.

Gilyan Parker