11 december 2012

Geen toverformule bij aansprakelijkheid overheid

Door Gilyan Parker

De positie van de overheid als schadetoebrenger is een beetje een gekke.

Afhankelijk of het handelen of nalaten van de overheid rechtmatig of onrechtmatig is, bestaat een lappendeken aan regels om compensatie of vergoeding te krijgen. Of nul op het rekest te krijgen. Aansprakelijkheid van de Staat of van overheidsorganen als waterschappen en gemeenten is niet zomaar te vestigen, ook al zal een aankomend wetsvoorstel over nadeelcompensatie wel meer duidelijkheid scheppen.

Alice in Wonderland

Recent gaf ik weer een lezing over openbaarheid van bestuur, ditmaal bij een gemeente waar ik voor werk. In die lezing heb ik aangegeven dat veel ondernemers en particulieren het overheidrecht vaak ervaren als Alice in Wonderland: wat klein is, is groot en wat groot is, is klein. Verrassing volgt op verrassing. Het boek Alice in Wonderland kent ook een passage waar Alice in een wedstrijd zonder regels verzeild raakt, waar niemand wint en zij de prijzen letterlijk uit eigen zak moet betalen. Met aankomende aanpassingen in het bestuursprocesrecht, meer rechtseenheid en een duidelijker stramien bij overheidaansprakelijkheid krijgt ook de rechtzoekende meer grip op de aansprakelijkheid van de overheid. Dat is nodig om de perceptie van Wonderland naar Nederland te halen.

Overheidsaansprakelijkheid

Inmiddels is de behandeling van het wetsvoorstel Schadevergoeding bij rechtmatige en onrechtmatige overheidsdaad vergevorderd (Kamerstuk 32 621). Met die wetswijziging wordt onder meer een op het égalité-beginsel gegronde regeling opgenomen voor schade veroorzaakt door rechtmatig overheidshandelen. Op dit moment is zowel de bestuursrechter als de civiele rechter als restrechter bevoegd over het palet aan schadevergoedingen te oordelen, maar moet daarbij wel een juiste keuze worden gemaakt, ook in de eventuele volgorde van acties. De civiele rechter kan een zaak soms alleen maar beoordelen conform de “constructie” gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel, het leerstuk van de onevenredige schade dat in vaste rechtspraak van de Hoge Raad is neergelegd.

Onevenredig nadeel

Eén van de verschijningsvormen van het gelijkheidsbeginsel is volgens de Hoge Raad de regel dat de onevenredige nadelige – dat wil zeggen: buiten het normale maatschappelijk risico of het normale bedrijfsrisico vallende, en op een beperkte groep burgers of instellingen drukkende – gevolgen van een overheidshandeling of overheidsbesluit niet ten laste van die beperkte groep behoren te komen, maar gelijkelijk over de gemeenschap dienen te worden verdeeld. Dat uitgangspunt is nu verwerkt in het nieuwe wetsvoorstel, met haar nuances en aanpassingen. Nog steeds geen toverformule, maar wel meer structuur en evenwicht.

No magic formula

Soms is het aardig een uitstapje naar een buitenlands voorbeeld te maken. In Amerika heeft het Supreme Court op 4 december 2012 in de zaak Arkansas Game and Fish Commission versus United States een interessante opinion over overheidsaansprakelijkheid uitgevaardigd. Ook daarin staat het uitgangspunt dat wij kennen:

“No magic formula enables a court to judge, in every case, whether a given government interference with property is a taking. This Court has drawn some bright lines, but in the main, takings claims turn on situation-specific factual inquiries.”

Bijzonder is vervolgens dat het Hof expliciet aangeeft dat ook een overheidsinbreuk die maar kort duurt, kan leiden tot een verplichting tot schadevergoeding. Voor het overige verrast de uitspraak niet direct:

“Also relevant to the takings inquiry is the degree to which the invasion is intended or is the foreseeable result of authorized government action. (…).  So, too, are the character of the land at issue and the owner’s “reasonable investment-backed expectations” regarding the land’s use, (…), as well as the severity of the interference (…).

Inderdaad geen magic formula, maar wel behoorlijk logisch.

Gilyan Parker