30 maart 2009

Glijdende schaal bij maximering ontslagvergoeding

Door Gilyan Parker

Ondanks stevige kritiek van de Raad van State diende Minister Donner vorige week het wetsvoorstel in tot maximering van de door de rechter toe te kennen ontbindingsvergoeding.

Hierin staat dat de ontbindingsvergoeding voor werknemers die € 75.000,- of meer per jaar verdienen nooit hoger is dan één bruto jaarsalaris. De kantonrechtersformule geldt niet meer voor die categorie werknemers. Zoals de Raad van State signaleert, kan het wetsvoorstel tot de volgende bijzondere situatie leiden.

Werknemer A is 55 jaar oud, 20 jaar in dienst en verdient € 70.000,- per jaar. Zijn even oude en even lang in dienst zijnde collega B verdient € 76.000,- per jaar. Beide worden ontslagen vanwege de bedrijfseconomische situatie. De vergoeding voor werknemer A is volgens de kantonrechtersformule €145.000,- en die voor werknemer B zou zo’n € 158.000,- zijn Voor B geldt straks echter het wettelijke maximum; dus een maximale vergoeding van € 76.000,-. Dat is veel minder dan zijn minder verdienende collega A.

Ter voorkoming van deze ongerijmdheid, stel ik een glijdende schaal voor gebaseerd op het progressieve schijventarief in de loonbelasting. Daarbij blijft gewoon voor elke werknemer de kantonrechtersformule gelden. Wel wordt de uitkomst daarvan, afhankelijk van de hoogte, afgetopt tegen een oplopend percentage. Ik stel voor vanaf een uitkomst van € 75.000,- af te toppen. Een kennelijk door sociale partners en Kabinet redelijk geacht grensbedrag. Bij een uitkomst van de kantonrechtersformule tussen € 75.000,- en € 150.000,- stel ik een aftopping voor van 40%. Het meerdere tussen € 150.000,- en
€ 250.000,- wordt afgetopt tegen 60% en het meerdere vanaf € 250.000,- wordt met 80% afgetopt. Op basis hiervan wordt de vergoeding voor werknemer A € 117.000,-. Werknemer B krijgt op basis van die glijdende schaal een vergoeding van: € 123.200,-.

Een ander voorbeeld: een werknemer met een jaarsalaris van € 150.000,- en een A-factor van 20, komt op basis van de kantonrechtersformule op een vergoeding van € 250.000,-. Met toepassing van de glijdende schaal wordt zijn uiteindelijke vergoeding: 75000 + 60% x 75000 + 40% x 100000 =
€ 160.000,-. Dit benadert het maximale jaarsalaris zoals voorgesteld door Minister Donner.

Voordeel is dat deze glijdende schaal aansluit op de manier waarop het Gerechtshof ’s-Gravenhage de vergoeding vaststelt bij een kennelijk onredelijk ontslag, waarbij dat Hof standaard een vergoeding van 70% van de kantonrechtersformule toekent. De berekening van de vergoeding volgens deze glijdende schaal zal leiden tot een rechtvaardiger en overzichtelijker oplossing van de te hoog geachte ontslagvergoedingen dan in het voorstel van Minister Donner het geval is.

Voor meer informatie over dit onderwerp neemt u contact op met de sectie Arbeidsrecht.

Gilyan Parker