26 juni 2011

Gouden handdruk van 1.5 miljoen euro

Door Gilyan Parker

De werknemer in deze zaak eiste nakoming van een contractueel overeengekomen gouden handdruk van 1.5 miljoen euro toen werkgever na slechts 14 maanden dienstverband een verzoekschrift indiende tot ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst.

Kantonrechter

De Kantonrechter wees geen 1.5 miljoen maar 250.000 euro toe. Gelet op de korte duur van het dienstverband zou toekenning van 1,5 miljoen euro ridicuul zijn, aldus de Kantonrechter. Die overwoog wel dat een contractueel overeengekomen beding in beginsel moet worden nagekomen maar 1.5 miljoen euro zou naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Deze in de wet opgenomen formulering geeft rechters de mogelijkheid om bij wijze van uitzondering af te wijken van zo’n contractueel overeengekomen beding.

Gerechtshof Den Haag

De werknemer liet het er niet bij zitten en het Hof in Den Haag gaf hem gelijk. Het Hof is van oordeel dat het bedrag van 1.5 miljoen euro inderdaad bijzonder veel is gelet op het dienstverband van 14 maanden maar voegt daaraan toe dat de omstandigheden die aanleiding waren voor het ontslag ( de bankencrisis en het vervallen van de functie van werknemer) in de risicosfeer van de werkgever lagen. Bovendien had het Hof weinig begrip voor het feit dat de bank opeens ook van oordeel was dat betaling van het bedrag van 1.5 miljoen zou vallen onder de graaicultuur waarop zoveel kritiek bestond in de maatschappij. Tot slot was het Hof niet onder de indruk van het feit dat de betreffende werknemer vier maanden vóór zijn begin bij zijn huidige werkgever van zijn vorige werkgever al een ontslagvergoeding van 1.3 miljoen euro had ontvangen.

Gilyan Parker