23 maart 2018

Heroïne, ecstasy en amfetamine

Door Raymond de Mooij

Deze column is geschreven voor Den Haag Centraal, waarin Raymond de Mooij maandelijks schrijft over wat hij meemaakt in zijn praktijk.

Lidewij Bartels van woningcorporatie Domus overhandigde mij een dossier. Zij wees op een brief van de burgemeester van Den Haag die bovenop de stapel lag. “Kijk, de burgemeester heeft het pand aan de Hengelolaan nummer 1101 B in januari 2018 voor een periode van 6 maanden gesloten.

Onze huurder Rick Suiker heeft vanuit de woning namelijk in drugs gehandeld.” Ik las de brief van de burgemeester. Eind december 2017 had het Team Criminele Inlichtingen van de politie in Den Haag een tip gekregen dat er speed gedeald zou worden in de woning aan de Hengelolaan. De politie had diverse observaties gedaan en geconstateerd dat het huis een aantal malen per dag bezocht werd door ‘junkachtige types’, die het perceel na korte tijd weer verlieten.

Met toestemming van de officier van justitie was de politie de woning binnengegaan en had naast Rick Suiker en twee bezoekers onder meer een groot aantal ecstasypillen, 77 gram speed, 80 gram heroïne en amfetamine in het gehuurde aangetroffen. Verder vonden de agenten twee grammenweegschalen, zogenaamde gripzakjes, vuurwapens met munitie, boksbeugels, messen en traangas. De bezoekers van de huurder hadden pillen en amfetamine in hun bezit, die overeenkwamen met de drugs die in de woonkamer lag.

Lidewij Bartels: “Het is begrijpelijk dat de burgemeester de huurwoning op grond van de Opiumwet heeft gesloten. Wij willen zo snel mogelijk van de huurovereenkomst met Rick Suiker af, misschien mag de woning dan weer open en kunnen wij de ruimte aan een ander verhuren.”

Namens mijn cliënte vorderde ik in een gerechtelijke procedure ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Rick Suiker had de woning als uitvalsbasis voor drugshandel gebruikt. Het was contractueel verboden om in het gehuurde bedrijfsmatige activiteiten te ontplooien.

De mondelinge behandeling van de zaak vond begin februari plaats. Rick Suiker zat in de gevangenis en kon niet aanwezig zijn. Hij had advocaat mr. Korzelig ingehuurd, die namens hem het woord voerde. “Mijn cliënt ontkent in drugs te hebben gehandeld. De enkele brief van de burgemeester is onvoldoende bewijs van die stelling. Er is geen reden om de huurovereenkomst te beëindigen.” Ik betoogde dat de rechtbank er vanuit mocht gaan dat de burgemeester geen verhalen verzon, maar kantonrechter mevrouw mr. Kuiken was dat niet met mij eens. “Ik deel de mening van de advocaat van de huurder. U dient aanvullend bewijs te leveren, bijvoorbeeld in de vorm van een politierapport. Mij is onvoldoende gebleken dat de heer Suiker in drugs zou hebben gehandeld. Deze procedure wordt aangehouden.”

Enigszins verbouwereerd verlieten Lidewij Bartels en ik de rechtszaal. “Ik zal de wijkagent om het proces-verbaal vragen, hopelijk neemt de kantonrechter daarmee wèl genoegen,” zei mijn cliënte.

Een week later had ik het verslag van de politie op mijn bureau. In het proces- verbaal werd gerefereerd aan een verklaring van een buurman, die stelde dat er dag en nacht vage figuren drugs kwamen kopen bij Rick Suiker. Verder beschreven de verbalisanten hun eigen ervaringen. Zij stelden in de woning plastic zakken met drugs, weegschalen, gripzakjes, wapens en veel cash geld te hebben aangetroffen. Hun conclusie: Rick Suiker handelde vanuit zijn huurwoning aan de Hengelolaan in diverse soorten drugs.

Ik zond het politierapport naar de kantonrechter en vroeg haar om vonnis te wijzen. Dat vonnis werd vorige week afgegeven op mijn kantoor. Ik las het oordeel van mr. Kuiken. En daarna deed ik dat voor de zekerheid nog eens. ‘Op grond van artikel 11 van het huurcontract is het gedaagde Suiker niet toegestaan om in het gehuurde bedrijfsmatige activiteiten te ontplooien. Uit de in het gehuurde aangetroffen zaken blijkt echter niet dat gedaagde handelde in drugs, evenmin uit de observaties van de politie. Het voorgaande leidt er toe dat de vorderingen van eiseres Domus zullen worden afgewezen.’

Raymond de Mooij

Raymond de Mooij

Advocaat/partner

Raymond de Mooij is één van de grondleggers van GMW advocaten.

Gerelateerde blogs

21 maart 2024

De huurrechtelijke verdeling van onderhouds- en herstelkosten

Voor wiens rekening komen de kosten van onderhoud en herstel van het pand: de huurder of de verhuurder? Het is een vraag die veelvuldig tot discussie leidt en waarover veel geprocedeerd wordt. In deze blog wordt ingezoomd op de wettelijke regeling en de afwijkende regeling van de ROZ-modellen.

Lees meer

14 maart 2024

Contractuele medehuur en de scheidingsregel: een vervolg

In een eerder artikel schreef ik reeds over de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, waarin werd geoordeeld dat contractuele medehuurders een beroep kunnen doen op de scheidingsregel van artikel 7:267 lid 7 BW.

Lees meer

13 februari 2024

Wat kan een verhuurder doen tegen bestuursdwang?

Onlangs zijn er zes belangrijke uitspraken gepubliceerd door de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, waarin duidelijk wordt gemaakt wanneer bestuursdwang tegen een verhuurder mogelijk is.

Lees meer