19 november 2014

Hoe bruikbaar is de schuldbekentenis van de verduisterende werknemer?

Door Gilyan Parker

Bij ontslag op staande voet wegens diefstal of verduistering dringen werkgevers soms aan op het ondertekenen van een verklaring door de werknemer, waarin de hoogte van het terug te betalen schadebedrag is opgenomen.

De werknemer beroept zich vaak op de vernietigbaarheid van deze schuldbekentenis, omdat deze door misbruik van omstandigheden tot stand zou zijn gekomen. Wanneer gaat de rechter hier in mee? Het komt meer dan eens voor: een werknemer die goederen of gelden van de werkgever verduistert. Gedacht kan worden aan een kassamedewerker die geld in eigen zak steekt, of aan een winkelmedewerker die goederen weggeeft aan bevriende klanten. De werkgever roept in een dergelijk geval de werknemer gewoonlijk op het matje. De werknemer wordt in dat gesprek geconfronteerd met zijn gedrag. Sommige werkgevers laten de betreffende werknemer vervolgens een verklaring tekenen waarin de schuld aan de verweten handeling wordt bekend, en de door de werknemer verschuldigde schadevergoeding wordt vastgelegd: de schuldbekentenis. Tot slot wordt de werknemer op staande voet ontslagen.

Wat is de juridische status van een dergelijke schuldbekentenis?

Ik bespreek hier specifiek de erkenning van de werknemer een bepaald bedrag aan de werkgever verschuldigd te zijn. Indien deze verklaring door de werknemer volledig met de hand is geschreven of het bedrag in letters is uitgeschreven en goedgekeurd door de werknemer, betreft het een zogenaamde onderhandse akte met dwingende bewijskracht. Het lijkt er dus op dat de werkgever hier een belangrijk bewijsstuk vergaard heeft. Uit de jurisprudentie blijkt dit echter lang niet altijd het geval.

De vernietiging van de schuldbekentenis

Verschillende malen heeft de rechter een oordeel geveld over de geldigheid van een dergelijke schuldbekentenis van het schadebedrag.[1] In al deze zaken beroept de werknemer zich op de vernietigbaarheid van de bekentenis, omdat deze door misbruik van omstandigheden tot stand zou zijn gekomen. Telkens weegt de rechter de volgende omstandigheden af:

  1. De werknemer is tevoren niet gewaarschuwd dat het gesprek zou plaatsvinden en is niet ingelicht over het onderwerp van het gesprek (de verduistering), en is hier onvoorbereid mee geconfronteerd;
  2. De werkgever heeft een overwicht ten opzichte van de werknemer, en des te meer als er twee of meer personen van de zijde van de werkgever aanwezig zijn bij het gesprek, waar de werknemer er alleen voor staat;
  3. De werknemer bevindt zich in het gesprek in een benarde positie (hoewel zelf veroorzaakt);
  4. De werknemer dient de schuldbekentenis in korte tijd te ondertekenen.

De rechter overweegt vervolgens dat de schuldbekentenis verstrekkende gevolgen heeft voor de werknemer, nu hiermee zou komen vast te staan welk bedrag hij aan de werkgever moet terugbetalen. Het ligt op de weg van de werkgever om hem hierover te informeren voordat de bekentenis ondertekend wordt. Daar komt bij dat aannemelijk is dat de werknemer deze voor zichzelf nadelige beslissing niet zou hebben genomen bij een normaal te achten voorbereiding, waaronder het inwinnen van deskundig advies. De werkgever moet dit begrijpen en behoort zich ervan te weerhouden op zeer korte termijn (tijdens het confronterende gesprek) de ondertekening van de schuldbekentenis door de werknemer te bevorderen. Alle omstandigheden afwegend, vernietigt de rechter de schuldbekentenis op de grond dat deze tot stand is gekomen door misbruik van omstandigheden vrijwel altijd. Gevolg is dat het schadebedrag hier niet uit kan worden afgeleid, en dat de rechter dit gaat begroten. Dit komt doorgaans op een veel lagere som uit dan de werkgever in gedachten had.

Conclusie

Dat verduistering door een werknemer een grond voor een ontslag op staande voet oplevert, staat niet ter discussie, noch dat de werkgever aanspraak kan maken op een vergoeding van de geleden schade. Een werknemer houden aan een ondertekende schuldbekentenis waarin het bedrag van deze schade is opgenomen, houdt echter vrijwel nooit stand in de rechtspraak.

Meer informatie

Heeft u vragen over de schuldbekentenis of wilt u direct een zaak voorleggen? Neem dan contact op met de sectie Arbeid & Pensioen. [1] Zie Rechtbank Amsterdam, 25 juni 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:5335, Rechtbank Midden-Nederland, 4 juni 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:3036, Rechtbank Amsterdam, 6 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:2207.

Gilyan Parker