18 november 2013

Hoge Raad stelt regels over horen minderjarige in familiezaken

Door Antoine de Werd

In familiezaken waarin een minderjarige van 12 jaar of ouder is betrokken, kan de rechter niet eerder beslissen dan nadat de minderjarige in de gelegenheid is gesteld zijn (haar) mening kenbaar te maken (artikel 809 Rv.)

Deze situatie doet zich vooral voor bij echtscheiding. Ouders vragen zich nogal eens af of het nodig is dat hun kind gehoord moet worden.

De Hoge Raad heeft op 1 november 2013  een uitspraak gedaan (ECLI:NL:HR:2013:1084) in een zaak waarin door het gerechtshof werd geoordeeld dat het horen van een minderjarige achterwege kon blijven, omdat het horen niet tot een andere beslissing van de rechter zou leiden. Daar was de Hoge Raad het niet mee eens. Alhoewel het horen van een minderjarige volgens de Hoge Raad op zichzelf niet verplicht is (er is dus geen hoorplicht), moet de minderjarige in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord (een hoorrecht). Aan dat hoorrecht hecht de Hoge Raad veel belang.

Uitzonderingen hoorrecht minderjarige

Er kan slechts in twee gevallen op basis van de wet een uitzondering op dit hoorrecht worden gemaakt. Dat is in zaken van ondergeschikt belang en in spoedeisende zaken. De Hoge Raad heeft in aanvulling daarop drie buitenwettelijke uitzonderingen op het hoorrecht geformuleerd.
Zo kan een rechter afzien van het hoorrecht indien volgens die rechter aannemelijk is dat de minderjarige wegens een ernstige lichamelijke of geestelijke stoornis niet in staat is zich een mening te vormen. Uitzondering op het hoorrecht is ook mogelijk indien volgens de rechter aannemelijk is dat die minderjarige niet gehoord wil worden. De derde grond waarop een rechter van het hoorrecht kan afzien, is indien naar zijn oordeel te vrezen valt dat het bieden van de gelegenheid om gehoord te worden de gezondheid van de minderjarige zal schaden.

Belang wettelijk hoorrecht

De uitspraak van de Hoge Raad over het hoorrecht van minderjarigen in familiezaken toont aan dat de Hoge Raad groot belang hecht aan het wettelijke hoorrecht van de minderjarige. Het horen van de minderjarige vindt plaats, al heeft de Hoge Raad dat net niet met zoveel woorden gezegd, in het belang van de minderjarige. Ouders zien dat in de praktijk soms anders en menen dat het horen van hun kind bezwaarlijk voor het kind kan zijn. Het kind bevindt zich immers al in een moeilijke periode (de ouders gaan uit elkaar). Moet het kind dan ook nog eens met de rechter praten? In een vreemde en wellicht wat bedreigend overkomende omgeving?

Open gesprek met de rechter

Bezwaren tegen het horen van een kind, wegen minder zwaar dan het kind de mogelijkheid te bieden zijn zegje te doen. Het horen van een kind kan verhelderend en belangrijk zijn. Een kind heeft de mogelijkheid vrij te praten. Soms wordt gestreden om een bepaalde zorgregeling, waar het kind helemaal niet achter blijkt te staan. Dan is een gesprek met een kind verhelderend. Ouders tenslotte zouden hun kind de ruimte moeten bieden voor een open gesprek met de rechter.

Antoine de Werd

Antoine de Werd

Advocaat en mediator/partner

Antoine de Werd, één van de grondleggers van GMW advocaten, is gespecialiseerd in het familierecht.