8 december 2011

Huurbescherming bij dienstwoning of niet?

Door Gilyan Parker

Ongeacht of er sprake is van huur van zelfstandige of onzelfstandige woonruimte of huur voor bepaalde of onbepaalde tijd: huurders genieten een vrij grote mate van huurbescherming.

Een uitzondering geldt echter als sprake is van echte dienstwoning.

Recente uitspraak

Op 23 juni 2011 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond aangenomen dat de woning van een begeleidster van jeugdige sporters een eigenlijke dienstwoning is zodat daarop het huurrechtregime niet van toepassing is en de voormalig begeleidster daaraan ook geen bescherming tegen ontruiming kon ontlenen.

Dienstwoning

Wanneer is er sprake van een “echte” of “eigenlijke” dienstwoning? Hiervan is sprake als de werkgever de werknemer met het oog op de aard van de door hem te verrichten arbeid een bepaalde woning aanwijst en het bewonen daarvan behoort tot de voor de werknemer uit zijn dienstverband voortvloeiende verplichting. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat er bij een eigenlijke dienstwoning uitsluitend sprake is van een arbeidsovereenkomst. Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst eindigt tegelijkertijd de huurovereenkomst. De werknemer kan zich in zo’n geval dus niet beroepen op huurbescherming.

Oneigenlijke dienstwoning

Bij het bestaan van de “oneigenlijke” dienstwoning is er niet alleen sprake van een arbeidsovereenkomst, maar ook van een huurovereenkomst. Dat betekent dat als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, de huurovereenkomst blijft bestaan.

Eigenlijke dienstwoning

In de rechtspraak wordt het begrip “eigenlijke dienstwoning” zeer strikt uitgelegd. Er is sprake van een eigenlijke dienstwoning indien er voldaan is aan een tweetal criteria:

1. de woning dient aan de werknemer te zijn toegewezen met het oog op de aard van de werkzaamheden en

2. het gebruik daarvan dient te behoren tot de uit zijn werkzaamheden voortvloeiende verplichtingen.

Voorbeelden van eigenlijke dienstwoningen zijn: de boswachterswoning en de portierswoning op een industrieterrien. Uit de werkzaamheden van de werknemer vloeit in die gevallen voort dat het nodig is dat hij beschikbaar is voor toezicht en noodzakelijke werkzaamheden.

Als niet is voldaan aan de twee genoemde criteria dan is sprake van een oneigenlijke dienstwoning en kan de werknemer/huurder aanspraak maken op huurbescherming. Hij hoeft in dat geval het gehuurde niet te verlaten.

Tip

Gelet op het voorgaande, is het voor een werkgever/verhuurder van groot belang rekening te houden met het onderscheid tussen eigenlijke en oneigenlijke dienstwoningen. Daarbij kan de hoogte van de huurprijs eveneens een rol spelen: deze is bij een eigenlijke dienstwoning meestal lager dan bij de oneigenlijke dienstwoning.

Gilyan Parker