16 februari 2012

Kleine hennepkwekerij in berging en geen tweede kans

Door Gilyan Parker

Het Gerechtshof Den Bosch heeft op 20 december 2011 het vonnis van de kantonrechter Tilburg vernietigt en de huurovereenkomst tussen een woningcorporatie en een moeder met jonge kinderen ontbonden.

De ontruiming werd toegewezen vanwege het hebben van een kleine hennepkwekerij in de berging behorend bij het gehuurde (vindplaats LJN BU9198).

De zaak

In de berging behorend bij de gehuurde woning wordt een spaanplaten kast aangetroffen waarin 7 potten met daarin 7 hennepplanten stonden. In de kast hing eveneens een assimilatielamp en 1 hygrometer. De eigenaar van de hennepplanten, die gebruikt maakt van de berging van huurder, stelt dat de planten slechts voor eigen gebruik zijn. De huurder zelf zou niet bekend zijn met de aanwezigheid van de hennepplanten. Desondanks besluit de woningcorporatie de huurovereenkomst te willen beëindigen. Huurder verzet zich tegen de beëindiging van de huurovereenkomst en stelt dat zij een tweede kans moet krijgen.

De beoordeling door de rechter

De kantonrechter sluit zich in zijn oordeel aan bij het standpunt van de huurder. De woningcorporatie heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom zij huurder geen tweede kans heeft gegeven. Ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde is daarom niet gerechtvaardigd.

Het Hof komt tot een ander oordeel dan de kantonrechter. In onderhavig geval is sprake van een bedrijfsmatige hennepkwekerij aangezien het wettelijk toegestane aantal voor eigen gebruik van 5 plantjes is overschreden. Een bedrijfsmatige hennepkwekerij in een huurwoning is volgens vaste rechtspraak, vanwege de daarmee samenhangende risico’s voor het gehuurde en de omgeving zoals brand, stankoverlast en verminderde verhuurbaarheid van woningen, een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Huurder heeft gehandeld in strijd met de verplichting om de woning overeenkomstig de daaraan gegeven woonbestemming te gebruiken én de verplichting om zich als goed huurder te gedragen.

Dat de kwekerij zich in de berging bevond maakt dit niet anders. De berging staat immers ten dienste van de gehuurde woning en mag daarom niet bedrijfsmatig worden gebruikt. Dat huurder niet bekend was met de aanwezigheid van de hennepkwekerij neemt de tekortkoming niet weg. Huurder had toezicht moeten houden op het gebruik van de berging. De huurovereenkomst kan worden ontbonden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

Naar het oordeel van het Hof is de onderhavige tekortkoming niet zodanig bijzonder van aard of gering van betekenis dat ontbinding niet gerechtvaardigd is. Dat de gevolgen voor huurder en haar jonge kinderen ingrijpend zijn, doet daaraan niet af. Het behoort niet tot de taak van een woningcorporatie om voor onderdak te zorgen voor minderjarige kinderen die als gevolg van een rechterlijk vonnis uit de woning moeten vertrekken.

Let op!

Bij wanprestatie door huurders met jonge kinderen neigen woningcorporaties ertoe zich in de regel coulant op te stellen. Bij hennepkwekende ouders en verzorgers hoeft dat volgens het Hof Den Bosch dus niet en zijn ouders/verzorgers verantwoordelijk voor de gevolgen.

Gilyan Parker