18 juli 2010

Langer en vaker tijdelijke arbeidsovereenkomst voor jongeren

Door Gilyan Parker

Toen ik mijn vorige weblog schreef, afgelopen may, was het nog niet zeker of de Eerste Kamer in zou stemmen met het wetsvoorstel van de Tweede Kamer dat het mogelijk maakt om jongeren tot 27 jaar langer tijdelijk in dienst te mogen houden.

Kogel door de kerk

Inmiddels is de kogel door de kerk. Artikel 668a van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is verruimd; volgens lid 6 mogen werkgevers jonge werknemers vier in plaats van drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aanbieden alvorens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Ook geldt dat de jongeren gedurende 48 maanden op basis van tijdelijke arbeidsovereenkomsten mogen werken in plaats van 36 maanden. De vorige keer heb ik de mogelijke voor- en nadelen van deze wetswijziging voor werkgevers en werknemers besproken. Nu de wetswijziging als zodanig in werking is getreden richt ik me op de praktische consequenties ervan. Wat betekent deze wijziging nu concreet?

Werking maatregel

Om te beginnen, de nieuwe regeling geldt per direct, vanaf 9 juli 2010. Dit betekent dat werknemers jonger dan 27 jaar vanaf dit moment onder de nieuwe regeling vallen, mits zij niet al aan de voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voldoen. Kort gezegd, indien deze werknemers al meer dan 36 maanden bij dezelfde werkgever werken of zij al meer dan drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten hebben gekregen met tussenpozen van niet meer dan drie maanden, is de nieuwe regeling op hen niet meer toepasbaar. Zij hebben immers al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Als werknemers jonger dan 27 jaar echter op dit moment niet aan deze voorwaarden voldoen, is conform de nieuwe regeling pas na 48 maanden of bij de vijfde arbeidsovereenkomst sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Er moet echter wel rekening mee worden gehouden dat zodra een werknemer de leeftijd van 27 jaar bereikt de werking van de nieuwe regeling ophoudt. Met andere woorden, op het moment dat een werknemer 27 jaar wordt en er op dat moment meer dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met tussenpozen van minder dan drie maanden zijn afgesloten of de werknemer al langer dan 36 maanden in dienst is bij dezelfde werkgever, geldt de laatste arbeidsovereenkomst alsnog voor onbepaalde tijd.

Tijdelijke maatregel

Voorts, in beginsel vervalt artikel 7:668a lid 6 BW met ingang van 1 januari 2012 nu de maatregel beoogt jongeren langer aan het werk te houden gedurende de huidige economische crisis. De regeling blijft echter van toepassing op werknemers jonger dan 27 jaar die op het tijdstip van het vervallen van lid 6 meer dan drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten gekregen hebben of langer dan 36 maanden bij dezelfde werkgever in dienst zijn met tussenpozen van minder dan drie maanden. Voor hen geldt niet dat hun lopende arbeidsovereenkomst automatisch per ingang van 1 januari 2012 gaat gelden voor onbepaalde tijd. Dit gebeurt daarentegen wél vanaf het moment dat zij de leeftijd van 27 jaar bereiken.

CAO’s

Tenslotte, het blijft mogelijk om bij CAO af te wijken van deze tijdelijke wetswijziging. Derhalve heeft de wetswijziging dus geen gevolgen voor bestaande en toekomstige CAO’s waarin een aantal opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd zijn afgesproken. De afspraken in deze CAO’s blijven ook in de nieuwe regeling van toepassing.

Resumé

Resumerend, de toevoeging van lid 6 aan artikel 7:668a BW lijkt wellicht een open deur, maar kan in de praktijk vragen met zich meebrengen. Verstandig is in ieder geval de vierde arbeidsovereenkomst niet verder te laten doorlopen dan tot de dag vóór de 27ste verjaardag van de werknemer. Mocht u meer willen weten over deze wetswijziging of over de praktische toepassing ervan kunt u contact opnemen met mij of één van de advocaten van de sectie Arbeidsrecht.

Gilyan Parker