28 mei 2012

Leeftijdsdiscriminatie en pensioenontslag

Door Gilyan Parker

Ongelijke behandeling is aanleiding voor veel arbeidsrechtelijke procedures.

Vooral ongelijke behandeling bij leeftijd is actueel (zie ook mijn weblog van 23 april 2012 Gelijke behandeling in het nieuws). De Hoge Raad beslist binnenkort over vermeende leeftijdsdiscriminatie van KLM-piloten.

Verplicht stoppen met werken bij 56 jaar?

Aan de orde is de zaak van een groep KLM-piloten die wil doorwerken na hun 56e verjaardag. In de KLM-CAO staat echter dat piloten een kleine 10 jaar voor de huidige AOW-leeftijd moeten stoppen met werken. Automatisch leeftijdsontslag bij de AOW-leeftijd (nu nog 65 jaar) is toegesaan volgens de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (Wgbl), gebaseerd op de Europese Richtlijn 2000/78. Eerder verplicht leeftijdsontslag is alleen toegestaan als daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat. De KLM-piloten stellen dus de vraag of een eerder pensioenontslag bij 56 jaar wel is toegestaan.

Eerdere rechtspraak

De Hoge Raad achtte dit in een andere zaak over piloten in 2004 toelaatbaar. Ook het Gerechtshof Amsterdam oordeelde in juni 2010 dat het in de KLM-CAO gemaakte leeftijdonderscheid objectief gerechtvaardigd is. Intussen heeft de rechtspraak uit Europa over de Richtlijn niet stil gestaan. Van belang is bijvoorbeeld dat het Hof van Justitie EU in september 2011 oordeelde over de toelaatbaarheid van een CAO-bepaling die Lufthansa-piloten verplicht op hun 60e te stoppen (wat ook eerder is dan het in Duitsland gerechtvaardigde ontslag bij de Duitse AOW-leeftijd). In die zaak was met name aangevoerd dat het door Lufthansa gemaakte leeftijdsonderscheid noodzakelijk was voor de waarborging van de veiligheid van het luchtverkeer. Dat betoog volgde het HvJ EU niet: Lufthansa maakt ongerechtvaardigd onderscheid naar leeftijd door haar piloten te verplichten met hun 60e te stoppen met werken.

Conclusie AG bij de Hoge Raad

Op 20 april 2012 heeft de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad geconcludeerd over het cassatieberoep dat door de KLM-piloten tegen het genoemde Amsterdamse arrest is ingesteld. De AG geeft aan dat de KLM-situatie verschilt van die van Lufthansa. Het bereiken van doorstroming van jonge piloten, kostenbeheersing en een evenwichtige personeelsopbouw acht hij legitieme doelen voor het door KLM maken van leeftijdsonderscheid. Daarbij is het niet relevant dat dit onderscheid is opgenomen in een ondernemings-CAO van KLM en niet in een bedrijfstak-CAO voor de gehele luchtvaart. Het door de KLM ingezette middel, namelijk ontslag bij 56 jaar, acht de AG passend en ook noodzakelijk om de genoemde doelen te bereiken.

De AG adviseert de Hoge Raad dus om het cassatieberoep van de piloten af te wijzen, zodat daarmee zou vast staan dat dit pensioenontslag bij 56 jaar objectief gerechtvaardigd en toegestaan is. Op 13 juli 2012 zal blijken of de Hoge Raad dit advies volgt, maar mogelijk duurt het langer als ook deze piloten-kwestie via een prejudiciële vraag van de Hoge Raad bij het HvJ EU terecht komt.

Gilyan Parker