20 februari 2011

Meerderjarig studerend kind ook recht op bijdrage ouders?

Door Gilyan Parker

Op grond van de wet zijn ouders niet meer verplicht bij te dragen in de kosten van levensonderhoud en studie voor een kind dat de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, tenzij er sprake is van behoeftigheid.

Wettelijke regel

Van behoeftigheid is sprake als het kind niet beschikt of kan beschikken over de middelen waarover hij in redelijkheid zou moeten kunnen beschikken, waarbij de omstandigheden waarin het kind leeft of heeft geleefd, worden meegenomen.

Een vage regel derhalve, waaraan vorig jaar invulling is gegeven door de rechtbank te Groningen. Een 21-jarige zoon verzocht de rechtbank te bepalen dat zijn vader met ingang van de datum waarop de hij 21 jaar wordt, bij zal dragen in de kosten van zijn studie en levensonderhoud. De rechtbank moet moet dus onderzoeken of er sprake is van behoeftigheid van de zoon. Al snel is duidelijk is dat de zoon niet beschikt over de nodige middelen. De zaak spitst zich dan ook toe op de vraag of  hij daar ook niet over kan beschikken.

Uitspraak

De rechtbank is heel duidelijk in haar uitspraak. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever om ouders te verplichten hun meerderjarige kinderen door het verstrekken van een uitkering in staat te stellen tot het volgen of voltooien van een opleiding. Uitgangspunt is dat van een meerderjarig kind verwacht mag worden dat hij/zij, onafhankelijk van zijn/haar ouders, door arbeid kan voorzien in zijn eigen levensonderhoud. Zelfs al zou het volgen van een opleiding een relevante factor zijn bij de beoordeling van de behoeftigheid, dan nog kan het kind aanspraak maken op studiefinanciering of eventueel een lening afsluiten. Bovendien is er nog de mogelijk om in zijn eigen
onderhoud te voorzien door een bijbaan te nemen. De rechtbank concludeert dan ook dat er in dit geval geen behoeftigheid van de zoon kan worden aangenomen en wijst het verzoek van de zoon af.

Uitzonderingen

Uiteraard kunnen zich bijzondere omstandigheden voordoen waarbij een meerderjarig kind wel aanspraak kan maken op een bijdrage van zijn ouders. Bijvoorbeeld als er tijdens de echtscheidingsprocedure van de ouders afspraken gemaakt over de studie van meerderjarige kinderen of als ouders jegens het kind de indruk hebben gewekt dat zij zorg zou dragen voor de kosten van de studie, dan kan de beslissing wel eens heel anders uitvallen.

Gilyan Parker