24 juni 2012

Misbruik van identiteitsverschil tussen rechtspersonen

Door Gilyan Parker

Het komt vaker voor en wellicht heeft u er reeds mee te maken gehad.

De activiteiten van A BV worden gestaakt en ondergebracht in B BV. In A BV blijven de schulden achter en de crediteuren vissen achter het net. Er valt immers niets meer te halen bij A BV. Ondertussen gaat men vrolijk verder in B BV. Valt hier dan niets tegen te doen?

Op 2 mei 2012 heeft de rechtbank Amsterdam zich hierover uitgesproken. In deze zaak heeft Engin B.V. een vordering op GCA Events B.V. Zij start een gerechtelijke procedure en wint deze procedure. Executie blijkt echter niet mogelijk. GCA Events biedt geen verhaal en er zijn geen ondernemingsactiviteiten meer. Het is dus een lege BV.

Veel van hetzelfde

Engin komt er echter achter dat de onderneming van GCA Events wordt voortgezet in GCA Special Events. Engin heeft weten te achterhalen dat klanten van GCS Special Events worden bediend door GCA Events. Werknemers van GCA Special Events werken voor GCA Events. GCA Events gebruikt hetzelfde telefoonnummer, faxnummer en bankrekeningnummer als GCA special Events destijds gebruikte. Eén en dezelfde persoon heeft voorts zeggenschap over beide ondernemingen. Volgens Engin is hier sprake van misbruik van het identiteitsverschil tussen rechtspersonen; de activiteiten van GCA Events zijn gestaakt en voortgezet door GCA Special Events met het oogmerk om verhaal van de crediteuren te frustreren. Dit is een onrechtmatige daad en GCA Events is aansprakelijk voor de schade, aldus Engin.

Vonnis rechtbank

De rechtbank overweegt het volgende. Door degene –  die zeggenschap heeft over twee rechtspersonen –  is zodanig misbruik gemaakt van identiteitsverschil van rechtspersonen dat er sprake is van onrechtmatige daad. Daaruit vloeit voort dat er een verplichting ontstaat tot het vergoeden van deze schade. Deze verplichting tot schadevergoeding rust echter niet alleen op de persoon die het zeggenschap heeft over deze rechtspersonen, maar ook op de rechtspersoon zelf, omdat het ongeoorloofde oogmerk van degene die hen beheerst rechtens dient te worden aangemerkt als een oogmerk ook van henzelf. Engin kan zich dus verhalen op de bestuurder en op GCA Special Events.

Op het moment dat er dus sprake is van misbuik van identiteitsverschil van rechtspersonen, kan niet alleen degene worden aangesproken die de zeggenschap heeft over de ondernemingen, maar ook de rechtspersoon zelf.  Dat vergroot zeker de kansen op verhaal en de bestuurder en de onderneming komen hier niet zomaar mee weg.

Gilyan Parker