2 november 2014

Mogelijke wetswijziging tijdelijke verhuur

Door Gilyan Parker

Op grond van artikel 7:232 lid 2 BW gelden de specifieke huurbeschermingsregels voor woonruimte niet voor huurovereenkomsten die naar hun aard van korte duur zijn.

De huurprijs is bijvoorbeeld niet aan regels gebonden en er gelden geen opzeggingstermijnen of beperkte opzeggingsgronden voor de verhuurder.

Wanneer is verhuur naar zijn aard van korte duur?

De wetgever heeft hierbij gedacht aan vakantiehuisjes en woningen die als een noodoplossing aan de huurder ter beschikking worden gesteld, maar in de jurisprudentie wordt het begrip “naar zijn aard van korte duur” nogal eens opgerekt. Ik schreef hier reeds eerder een weblog over. De reden dat het begrip “naar zijn aard van korte duur” wordt opgerekt, ligt in het feit dat er voor de tijdelijke verhuur van woonruimte geen afdoende regeling bestaat. Ook niet wanneer het beide partijen bij aanvang van de huurovereenkomst duidelijk voor ogen heeft gestaan dat de verhuur tijdelijk zou zijn.

Problemen in praktijk door beperking

Uitgangspunt binnen het huurrecht is de huurbescherming van huurders van woonruimte en in het algemeen wordt in de jurisprudentie, buiten de vakantiehuisjes en evidente noodgevallen, dan ook niet snel een huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur aangenomen. Dit levert bijvoorbeeld problemen op bij de verhuur van woningen die bedoeld zijn voor een bepaalde doelgroep zoals jongeren, starters of grote gezinnen.

Oplossing door verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur

De minister van Wonen en Rijkdienst meent dat met het ontbreken van afdoende regelingen de doorstroming op de woningmarkt belemmerd wordt. Op 11 april 2014 heeft hij een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer gezonden, waarin hij een wetsvoorstel aankondigt met betrekking tot wijzigingen in regelgeving voor de tijdelijke verhuur van woonruimte. Het wetsvoorstel zal voorzien in een uitbreiding van de specifieke categorieën van dringend eigen gebruik, in die zin dat een huurovereenkomst van een woning die bestemd is voor een bepaalde doelgroep kan worden opgezegd zodra de huurder niet meer tot die doelgroep behoort. Ook zal een nieuwe mogelijkheid voor tijdelijke verhuur worden voorgesteld, namelijk de huurovereenkomst voor bepaalde tijd met een maximum duur van twee jaar. Tot slot zal de Leegstandswet worden aangepast, in de zin dat te koop staande huurwoningen in de toekomst ook onder de Leegstandswet kunnen vallen. Bovendien zal waarschijnlijk de zogenoemde “Diplomatenclausule” (artikel 7:274 lid 1 onder B juncto lid 2 BW) worden aangepast, waardoor meer ruimte komt voor tijdelijke verhuur. Natuurlijk moet worden afgewacht hoe de aangekondigde plannen van de minister exact worden uitgewerkt in het wetsvoorstel, maar an sich denk ik dat de wijzigingen daadwerkelijk een betere doorstroming van woningen in de verhuurmarkt kunnen bewerkstelligen.

Gilyan Parker