13 augustus 2007

Nieuw: de Maatschappelijke Onderneming

Door Gilyan Parker

Minister Hirsch Ballin heeft onlangs aan verschillende stakeholders een zogenaamde proeve van een wetsvoorstel gestuurd.

Deze proeve introduceert de Maatschappelijke Onderneming als nieuwe rechtsvorm. Met deze rechtvorm wordt beoogd de positie van instellingen in de semi-publieke sector (zoals scholen, universiteiten, ziekenhuizen, zorginstellingen en woningcorporaties et cetera) te versterken, door, zo wordt het genoemd, hun mogelijkheden om als onderneming slagvaardiger op te treden, te verruimen. De stakeholders zijn verzocht voor 1 oktober 2007 hun reactie op de proeve te geven.

Een Maatschappelijk Onderneming moet, aldus de Minister, als vehikel worden onderscheiden van eerdere voorstellen tot vorming van een ‘sociale vennootschap’. Ook moet zij niet verward worden met ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Een Maatschappelijke Onderneming onderscheidt zich verder, zo staat in de proeve te lezen, van de commerciële onderneming doordat zij een extern, op de belangen van de afnemers van de aangeboden diensten gerichte, doelstelling heeft.

Met de nieuwe rechtsvorm wordt getracht in een bestaande behoefte te voorzien. Er is aansluiting gezocht bij vergelijkbare ontwikkelingen die instellingen in de semi-publieke sector, voornamelijk in het governance-beleid, hebben doorgemaakt. Daarnaast wordt met het wetsvoorstel een zekere mate van flexibiliteit nagestreefd teneinde in te kunnen spelen op de verschillen die bestaan tussen instellingen en de wetgeving die hen regeert, in het bijzonder waar het de positie van de afnemers van diensten van een maatschappelijke onderneming en andere belanghebbenden bij zo’n onderneming betreft.

Hoe ziet de organisatie van de Maatschappelijke Onderneming eruit? Zij heeft in de eerste opzet een bestuur, een raad van toezicht en een belanghebbendenvertegenwoordiging. Het bestuur vertegenwoordigt de onderneming en is belast met het besturen ervan. De raad van toezicht controleert en benoemt het bestuur en staat het bestuur met advies terzijde. Belangrijke besluiten worden ter goedkeuring aan de raad van toezicht onderworpen. De belanghebbendenvertegenwoordiging heeft in de proeve het recht om advies te geven over besluiten die de goedkeuring van de raad van toezicht behoeven en voorts over alle besluiten die daartoe in de statuten zijn aangewezen. Ook kunnen de statuten onderwerpen aanwijzen die de instemming van de belanghebbendenvertegenwoordiging behoeven. Tevens zal er een op artikel 26 van de Wet op de Ondernemingsraden geïnspireerde geschillenregeling komen, voor het geval een advies van de belanghebbendenvertegenwoordiging niet wordt opgevolgd. Ten slotte krijgt de belanghebbendenvertegenwoordiging het recht een enquête uit te lokken.

Een besluit over de uiterlijke verschijningsvorm van een Maatschappelijke Onderneming (een nieuwe rechtspersoon of een modaliteit van een reeds bestaande rechtspersoon?) wordt eerst genomen nadat de discussie over de inhoud ervan is uitgekristalliseerd. De fiscale behandeling zal afhangen van de invulling van de formele aspecten van de rechtspersoon en uiteraard de feitelijke activiteiten die zij uitoefent.

De consultatie moet leiden tot antwoorden op principiële vragen als: wat is de rol van de overheid en hoe moet het toezicht door de overheid eruit zien, moet er een mogelijkheid komen tot financiering door derden en mogen er daarmee samenhangend winstuitkeringen worden gedaan, hoe is de positie van de belanghebbenden, et cetera.

Het kabinet wil het wetsvoorstel nog dit kalenderjaar indienen.

Gilyan Parker