19 oktober 2020

Omgang en verschillen in de opvoeding

Door Lise-Milou Lagerwerf

Verschillende opvoedstijlen kunnen tijdens de relatie een bron van ruzies en irritaties tussen ouders zijn.

Na het verbreken van de relatie komen de verschillen in de opvoeding echter vaak nog sterker naar voren. In onze praktijk horen wij regelmatig verhalen over wat de andere ouder niet goed doet als de kinderen bij hem of haar zijn. De kinderen gaan te laat naar bed, de nieuwe partner is te veel betrokken in het leven van de kinderen, de kinderen eten te ongezond of mogen langer gamen. Ouders willen vaak dat de andere ouder zich anders gaat gedragen als de kinderen bij hem of haar zijn. Recent is in twee zaken – waarin een ouder heeft verzocht om een beslissing van de rechter ten aanzien van de opvoedsituatie bij de andere ouder – uitspraak gedaan.

 

Rookverbod

In de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 15 juli 2020 (ECLI:NL:GHDHA:2020:1279) werd het gerechtshof door de ene ouder verzocht te bepalen dat de andere ouder niet meer in de nabijheid van de kinderen mocht roken. Dit verzoek is afgewezen. Allereerst vond het gerechtshof dat niet duidelijk naar voren was gebracht wat de juridische grondslag voor het rookverbod was. Daarnaast overwoog het gerechtshof dat het in beginsel aan de ouders is om invulling te geven aan de wijze waarop zij hun kinderen willen opvoeden en hoe zij zich jegens hun kinderen wensen te gedragen. Ingrijpen in het familieleven is slechts gerechtvaardigd indien er een gevaarzetting is voor de kinderen. Het gerechtshof was van oordeel dat de procedure zich niet leende om een oordeel te geven over de vraag of de ouder al dan niet in de aanwezigheid van de kinderen mag roken.

Deelname aan sociale activiteiten tijdens omgangsweekend

In een andere zaak had de moeder de rechtbank verzocht te bepalen dat als het kind bij de vader was, de vader het kind moest laten deelnemen aan de sociale activiteiten zoals activiteiten van club en verenigingen waarvan het kind lid is, feestjes van vrienden en door school georganiseerde activiteiten. Volgens de moeder ontstond hierover altijd veel discussie tussen de ouders en moest dit daarom worden neergelegd in een beschikking. De vader wilde de sociale activiteiten alleen toestaan als de ‘verloren tijd’ met het kind zou worden gecompenseerd. Hij liet het kind vaak niet naar de activiteiten gaan of hij liet de keuze aan het kind over. De moeder vond dit niet in het belang van het kind.

Oordeel rechtbank

De rechtbank Den Haag overwoog in de beschikking van 29 juli 2020 (ECLI:NL:RBDHA:2020:7099) dat het in het belang van het kind is dat er geen enkele discussie tussen de ouders is over het kind. De ouders maakten vaak ruzie over de sociale activiteiten tijdens het omgangsweekend. Het kind werd hiermee belast en voelde zich gedwongen een keuze te maken waarin hij zich loyaal toonde naar de ouder bij wie hij op dat moment was. Om hier een eind aan te maken, was de rechtbank van oordeel dat de ouders zich niet langer moeten bemoeien met de invulling van de tijd die het kind bij de andere ouder doorbrengt. Ook als er sociale activiteiten zijn in de dagen waarop het kind bij de vader is, dan is het de verantwoordelijkheid van de vader om het kind daarnaartoe te laten gaan. Indien de vader het kind daar vervolgens niet heen laat gaan of het kind de keuze laat, dan is dat maar zo, hoe teleurstellend dit dan ook voor het kind, zijn vrienden of teamgenoten is, aldus de rechtbank. Volgens de rechtbank is die teleurstelling voor het kind wellicht beter te dragen dan de stress en druk die het gevolg is van de omstandigheid dat het kind de discussie daarover meekrijgt.

 

Conclusie

Het is voor ouders vaak lastig om na het verbreken van de relatie de opvoeding van de kinderen volledig aan de andere ouder over te laten als de kinderen bij hem of haar zijn. Uit de jurisprudentie blijkt echter dat rechters in principe geen beslissing nemen over de wijze waarop de andere ouder de opvoeding invult. In de rechtspraak zijn voorbeelden te vinden waarin wordt geoordeeld dat ouders elkaar over en weer vrij moeten laten in de wijze van opvoeding van hun kinderen. Het is aan beide ouders zelf om invulling te geven aan hoe zij zich gedragen bij de kinderen. U kunt uiteraard wel uw zorgen over de opvoedsituatie bij de andere ouder bespreekbaar maken en vanzelfsprekend dienen gezagsbeslissingen over de kinderen door beide gezaghebbende ouders te worden genomen. De kinderen mogen echter niet worden belast met meningsverschillen tussen de ouders over de opvoeding. Wees er als ouder van bewust dat het weinig zin heeft om een verzoek ten aanzien van de opvoeding door de andere ouder aan de rechtbank voor te leggen. Enkel indien een kind werkelijk gevaar loopt bij de andere ouder, kan de rechtbank ingrijpen in het familieleven van die ouder.

Heeft u een vraag over dit onderwerp, neem dan gerust contact met mij op.

Lise-Milou Lagerwerf

Lise-Milou Lagerwerf

Advocaat

Lise-Milou is gespecialiseerd in het familierecht. Haar focus ligt op (internationale) echtscheidingen.