4 oktober 2011

Ontwikkelingen in het internationaal huwelijksvermogensrecht

Door Gilyan Parker

Al eerder schreef ik in weblogs over de problemen bij internationale scheidingen.

In welk land kan de echtscheiding aangevraagd worden? Welk recht is toepasselijk? Met name bij de verdeling dan wel verrekening van vermogen komen echtgenoten nogal eens voor verrassingen te staan. Buitenlanders die in Nederland gaan scheiden worden niet zelden geconfronteerd met het Nederlandse stelsel van de algehele gemeenschap van goederen, terwijl volgens hun ‘eigen’ recht een totaal verschillend huwelijksgoederenregime geldt. Nederlanders die in het buitenland wonen hebben er vaak geen idee van hoe het er daar aan toegaat.

Bevoegde rechter

Dit brengt rechtsonzekerheid mee. De Europese Commissie heeft op 16 maart jl. een wetsvoorstel ingediend dat het duidelijker moet maken voor internationale echtparen die uit elkaar gaan, welke nationale wetgeving gaat gelden voor de verdeling van hun vermogen en aan welke rechter zij hun geschil kunnen voorleggen. In dit wetsvoorstel kunnen echtparen er voor kiezen om de ‘echtscheidingsrechter’ – de rechter bij wie de echtscheidingsprocedure aanhangig is – ook bevoegd te laten zijn inzake hun geschil over de verdeling van hun vermogen, zoals de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden. Zij kunnen ook een keuze doen voor de rechter van het land waarvan zij, door middel van het uitbrengen van een rechtskeuze, ook het recht op hun huwelijksvermogensregime van toepassing hebben verklaard. Wat nu als zij er niet in slagen samen een keuze te maken?

Dan wordt aan de hand van een aantal objectieve criteria, zoals de (laatste) gewone verblijfplaats van de echtgenoten, bepaald met welk land de echtgenoten de nauwste band hebben. Mogelijk is dat het land van de echtscheidingsrechter, maar dat kan ook een ander land zijn.

Toepasselijk recht

Partijen kunnen binnen bepaalde grenzen een rechtskeuze doen voor een bepaald rechtstelsel. Indien zij daartoe niet in staat zijn wordt ook weer aan de hand van objectieve aanknopingspunten vastgesteld met welk land de echtgenoten de nauwste band hebben. Het recht van dit land is dan het op de verdeling c.q. verrekeninng van het vermogen toepasselijke recht. Met name voor het toepasselijk recht betekent de inwerkingtreding van dit voorstel een rigoureuze stap, omdat dit zou betekenen dat het Haags Huwelijksvermogensverdrag van 1978 niet langer meer van toepassing is in Europese gevallen.

Ik houd u op de hoogte van de datum van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. Mocht u vragen hebben over het beëindigen van grensoverschrijdende relaties, aarzel dan niet contact met mij op te nemen.

Zie voor een van mijn eerdere weblogs bijvoorbeeld Nieuwe internationale wetgeving familierecht.

Gilyan Parker