21 april 2008

Psychische problemen helpen de hennepkwekende huurder niet

Door Gilyan Parker

In uitspraken over hennepkweek is steeds meer een eenduidige lijn te ontdekken.

De Rechtbank Haarlem heeft dit in zijn vonnis van 20 maart 2008 nogmaals bevestigd. Bij hennepteelt in een huurwoning zullen slechts bijzondere omstandigheden ertoe leiden dat de ontbinding, met haar gevolgen, niet gerechtvaardigd is. De huurder besluit in of omstreeks 2007 uit commercieel oogpunt hennepplanten te gaan kweken in een tot het gehuurde behorende slaapkamer. Hij schaft hiervoor een tent aan, die hij opzet in deze kamer. Daarin bevinden zich speciale groeilampen, afzuigers, een filter, een pomp, een slang en twee transformatoren. De tent gebruikt hij voor de kweek van de planten. Het brandgevaar ligt op de loer en dit verwezenlijkt zich op 10 juli 2007. De brand is waarschijnlijk ontstaan door oververhitting van de transformatoren. Gelukkig arriveert de huurder in zijn woning voordat de brand verder kan uitslaan naar omliggende woningen. De huurder weet de brand zelf te blussen, maar wordt wel naar het ziekenhuis vervoerd wegens koolmonoxidevergiftiging. Zoals vele sociale woningbouwverenigingen, streeft ook deze verhuurder een beleid na om hennepkwekerijen te bestrijden. Zij voert dit beleid in samenspraak met de gemeente, de regiopolitie, het Openbaar Ministerie en Continuon Netbeheer. Conform de gemaakte afspraken, licht de verhuurder de huurder in dat huurovereenkomst wordt beëindigd. De huurder kweekt immers hennep, anders dan voor strikt persoonlijk eigen gebruik. Hij wordt nog in de gelegenheid gesteld om instemmen met beëindiging van de huurovereenkomst en om de woning vrijwillig te verlaten, maar geeft hier geen gevolg aan. Een procedure bij de Rechtbank Haarlem volgt (LJN: BC7543,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 365767 CV EXPL 07-7242). De huurder voert als verweer dat hij onder een psychische problematiek gebukt gaat. Gezien deze omstandigheden is de tekortkoming niet van dien aard dat dit de gevorderde ontbinding rechtvaardigt. De kantonrechter honoreert het verweer van de huurder echter niet. Stapsgewijs behandelt de kantonrechter het verweer. Het uit commercieel oogpunt telen van in ieder geval 20 hennepplanten, waarbij een brand is ontstaan, is als zeer ernstig aan te merken en rechtvaardigt op zichzelf reeds de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Volgens de kantonrechter kan daaraan niet afdoen dat de huurder zich in het verleden altijd een goed huurder heeft getoond, noch dat hij in het recente verleden het nodige heeft meegemaakt in zijn leven. Eén en ander doet immers niet af aan de aard en ernst van de tekortkoming. Vervolgens overweegt de kantonrechter dat evenmin wordt meegewogen dat het zwaartepunt van het sociale leven van de huurder zich bevindt in de woonplaats van het gehuurde en dat de huurder vreest na een gedwongen ontruiming geen andere woning in die gemeente te kunnen vinden, met alle gevolgen van dien voor zijn psychische gesteldheid. De huurder heeft immers niet aannemelijk gemaakt dat de gevorderde beëindiging van de huur onder de gegeven omstandigheden zal leiden tot een dusdanige noodsituatie, dat daarvoor om die reden zou moeten worden afgezien. De kantonrechter zoekt tot slot aansluiting bij het maatschappelijke belang (o.a. bestrijding van hennepteelt, voorkomen van potentiële gevaren en het creëren van een goede en rustige woonomgeving) dat de sociale verhuurder nastreeft, naast zijn eigen belang als verhuurder. Deze belangen van de verhuurder wegen zwaarder dan de persoonlijke belangen van de huurder bij het behoud van deze woonruimte. Zijn belangen, hoe gewichtig ook, zijn niet van dien aard en omvang dat zit zou leiden tot afwijzing van de vordering van de verhuurder. De kantonrechter spreekt ambtshalve geen ontruiming op een langere termijn uit. Dit heeft de huurder aan zichzelf te wijten, omdat hij tijdens de mondelinge behandeling niet wilde meedenken over een vrijwillige ontruiming op een wat langere termijn. Al met al een vonnis wat de ingeslagen weg volgt in het geval van een hennepkwekende huurder.

Gilyan Parker