10 februari 2015

Rechtbank of Raad van Arbitrage voor de Bouw?

Door Gilyan Parker

Voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op een overeenkomst moet de wederpartij in beginsel kennis hebben genomen van de algemene voorwaarden.

Het feitelijk “ter hand stellen” biedt in dat geval de meeste zekerheid voor de gebruiker van de algemene voorwaarden. Dit blijkt niet altijd mogelijk en is, blijkens een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam onder omstandigheden ook niet altijd nodig. Op 7 januari 2015 oordeelde de Rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2015:80) dat ook een indirecte verwijzing naar algemene voorwaarden kan leiden tot de toepasselijkheid van deze voorwaarden. Het betrof een bouwgeschil tussen een aannemer en een onderaannemer, waarbij in het bestek de Stabu Standaard 2007 van toepassing was verklaard. De Stabu Standaard 2007 verwijst naar de Uniforme Administratieve Voorwaarden 1989 (hierna “UAV 1989”) en bepaalt dat deze van toepassing zijn voor zover daarvoor volgens de Stabu standaardbepalingen niet uitdrukkelijk van is afgeweken. In de UAV 1989 is een arbitraal beding opgenomen, dat bepaalt dat de bouwgeschillen worden beslecht door de Raad van Arbitrage voor de Bouw. De onderaannemer maakte de procedure aanhangig bij de rechtbank Rotterdam in de veronderstelling dat een indirecte verwijzing naar de UAV 1989 onvoldoende is om een overeenkomst tot arbitrage aan te nemen. De hoofdaannemer voerde hiertegen een bevoegdheidsincident op wat door de Rechtbank Rotterdam werd gehonoreerd. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd. De rechtbank week daarbij af van een eerdere uitspraak in een soortgelijk zaak. In 2007 oordeelde de rechtbank dat een dergelijke indirecte verwijzing onvoldoende is om een overeenkomst tot arbitrage (via het arbitraal beding) aan te nemen. Thans oordeelt de rechtbank Rotterdam opnieuw dat de verwijzing naar de UAV 1989 in de Stabu Standaard 2007 geen rechtstreekse verwijzing is, en zodoende niet snel zal worden aangenomen dat ook de UAV 1989 van toepassing is op de overeenkomst. In de regel zal een partij er immers niet op kunnen vertrouwen dat haar wederpartij akkoord is gegaan met toepasselijkheid van bepaalde voorwaarden die in de contractstukken niet uitdrukkelijk van toepassing verklaard worden. Toch oordeelt de rechtbank dat in dit geval dat de UAV 1989 wel van toepassing zijn. Van belang werd geacht dat het ging om een overeenkomst tussen twee professionele partijen die actief waren in de bouwbranche. De Uniforme Administratieve Voorwaarden zijn daarbij een veelvuldig toegepaste set algemene voorwaarden. De hoofdaannemer en de onderaannemer hebben dit desgevraagd ook bevestigd tijdens de zitting bij de rechtbank Rotterdam. Voorts achtte de rechtbank Rotterdam het van belang dat in het bestek op tal van plaatsen uitdrukkelijk werd gerefereerd aan de UAV 1989 en dat er bepalingen waren opgenomen in aansluiting op de UAV 1989. Een aantal paragrafen van de UAV 1989 werd uitdrukkelijk gewijzigd of concreet verder ingevuld. Vanwege de veelvuldige verwijzingen nam de rechtbank aan dat de UAV 1989 voor partijen redelijkerwijs kenbaar was en de hoofdaannemer mocht er zodoende redelijkerwijs op vertrouwen dat de onderaannemer ermee akkoord was dat de UAV 1989 op de overeenkomst van toepassing was. Het had onder die omstandigheden op zijn weg gelegen om bij het aangaan van de overeenkomst duidelijk te maken dat de onderaannemer niet wilde contracteren onder de toepasselijkheid van UAV 1989. Al met al slaagde zodoende het bevoegdheidsincident en verklaarde de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd. De procedure moest aanhangig worden gemaakt bij de Raad van Arbitrage van de Bouw. Ongeacht de uitkomst in deze Rotterdamse procedure is het altijd raadzaam bij het aangaan van een overeenkomst de verwijzing naar een arbitraal beding of naar een voorwaarde met een arbitraal beding in de overeenkomst op te nemen. Een indirecte verwijzing is hier weliswaar aangenomen, maar de omstandigheden van het geval hebben hier een grote invloed op. Dat zou dus ook weer kunnen resulteren in het tegenovergestelde. Alertheid is hier dus geboden!

Gilyan Parker

Gerelateerde blogs

28 maart 2024

Mandeligheid van een gemeenschappelijke muur

Mandeligheid van een gemeenschappelijke muur is niet zelden een punt van discussie tussen buren: is de schutting tussen twee tuinen gemeenschappelijk eigendom? Zo ja, mag de ene buurman dan (mede) op kosten van de andere buurman onderhoud uitvoeren of de schutting zelfs geheel vervangen?

Lees meer

22 februari 2024

Wat is de waarde van gemeenschappelijke grond in de VvE?

Het is geen onbekend verschijnsel: een lid van de VvE blijkt zijn tuin of dakterras te hebben uitgebreid buiten de grenzen van zijn privé gedeelte, en vraagt achteraf aan de VvE om deze toestand te legaliseren.

Lees meer

8 februari 2024

De klachtplicht

Het komt regelmatig voor dat een zaak niet beantwoordt aan hetgeen is overeengekomen. Na de levering van een pand kan bijvoorbeeld sprake zijn van verborgen gebreken.

Lees meer