15 september 2014

Verbod op uitzenden opnamen in winkel

Door Gilyan Parker

Van 21 augustus tot en met 23 augustus werd op NPO 3 het KRO-programma TV Lab uitgezonden.

In dit programma krijgen programmamakers van de Publieke Omroep de kans om hun nieuwste formats te testen op televisie. Producent CCCP presenteerde in TV Lab het programma ‘Streetlab’, waarin vier jonge vrienden op humoristische wijze sociale experimenten uitvoeren voor de camera. Eén van de experimenten was of je door een uniform aan te trekken ergens zomaar aan het werk kunt gaan. Voor dit experiment werd er met verborgen camera gefilmd in twee vestigingen van de Media Markt. De Media Markt was hier echter niet over te spreken, en vorderde in een kort geding bij de rechtbank Amsterdam (onder meer) KRO en CCCP hoofdelijk te verbieden de camerabeelden uit te zenden.

Inbreuk privacy en portretrecht

Media Markt voert aan dat CCCP door het uitzenden van de camerabeelden inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van klanten en medewerkers (artikel 8 EVRM), en bovendien in strijd handelt met de in de winkels geplaatste borden met huisregels (waaronder een verbod om te filmen). Tevens stelt Media Markt dat er sprake is van inbreuk op het portretrecht van klanten en medewerkers als neergelegd in artikel 12 van de Auteurswet. Tot slot voert Media Mark aan dat er sprake van lokaalvredebreuk en overtreding van artikel 139f van het Wetboek van Strafrecht. Media Markt merkt op dat een winkel geen openbare ruimte is en klanten noch medewerkers er niet op bedacht moeten zijn dat er in de winkel cameraopnames zouden worden gemaakt door personen die zich hadden vermomd als medewerkers.

Verbod voorafgaand toezicht media

CCCP voert als verweer (onder meer) aan dat de vorderingen van Media Markt in strijd zijn met het uit artikel 10 EVRM en artikel 7 van de Grondwet (Gw) voortvloeiende verbod op voorafgaand toezicht op media. Artikel 7 Gw bepaalt dat niemand voorafgaand verlof nodig heeft voor het openbaren van gedachten of gevoelens via welk middel dan ook. Het is daarbij niet relevant of het gaat om onderzoeksjournalistiek of om een amusementsprogramma. Verder voert CCCP aan dat er geen sprake is van onrechtmatigheid, omdat de winkel van Media Markt een voor het publiek toegankelijke plaats is en de gezichten van de klanten in de uitzending worden geblurd. Van lokaalvredebreuk en/of inbreuk op portretrechten is volgens CCCP dan ook geen sprake.

Beperking vrijheid van meningsuiting

De Voorzieningenrechter overweegt dat de vrijheid van meningsuiting een belangrijk grondrecht is, dat ook van toepassing is op een amusementsprogramma. Dit recht is echter niet onbeperkt, en vindt in casu haar begrenzing in het eigendoms- of gebruiksrecht van Media Markt van haar winkels. Een winkel is volgens de Voorzieningenrechter namelijk geen publieke ruimte. Dat iedereen de winkel kan binnenlopen maakt dat niet anders. Een winkeleigenaar heeft het recht voorwaarden te stellen aan het gedrag van klanten die haar winkel betreden. Media Markt heeft haar voorwaarden duidelijk kenbaar gemaakt, door middel van verschillende borden bij de ingang en een pictogram van een camera met een streep erdoor. Van belang is dan ook dat het verbod op camera’s voor CCCP (vooraf) kenbaar had moeten / kunnen zijn. De Voorzieningenrechter acht het niet gerechtvaardigd dat de vrijheid van meningsuiting in dit geval voorgaat op het eigendoms- of gebruiksrecht van Media Markt. Het belang van Media Markt dat haar winkels, medewerkers en klanten niet ongewenst en zonder het te weten worden gefilmd, gaat naar het oordeel van de Voorzieningenrechter boven het beperkte belang van CCCP bij het uitvoeren van een amusant sociaal experiment. CCCP had haar mening op vele andere manieren kenbaar kunnen maken, zonder het eigendoms- en gebruiksrecht van Media Markt te schenden. De verbodsvordering van Media Markt wordt dan ook toegewezen.

Conclusie

Het vonnis van de Voorzieningenrechter toont aan dat het voor winkeliers de moeite waard is de gedragsregels voor klanten bij binnenkomst duidelijk kenbaar te maken. Zo kan worden verboden dat er in winkels etenswaren of drank mag worden genuttigd, grote tassen moeten worden ingeleverd bij de ingang en het maken van foto’s en/of cameraopnamen niet is toegestaan. Het is zaak deze huisregels zo duidelijk mogelijk kenbaar te maken, bijvoorbeeld door verschillende borden bij de ingang of grote pictogrammen op de (schuif)deuren. Er kan dan daadkrachtig – net zoals Media Markt dat in bovenstaande zaak heeft gedaan – juridisch tegen overtreders worden opgetreden. Voor vragen over het opstellen van huisregels voor uw winkel en/of het (juridisch) optreden tegen overtreding daarvan, kunt u te allen tijde contact met mij opnemen.

Gilyan Parker