13 april 2015

Vergelijkingen met Nazi-Duitsland: mag dat?

Door Christiaan Mensink

Journalist André Hoogeboom vergeleek in 2013 het cultuurbeleid van de gemeente Alkmaar met dat van de nazi’s. Het Openbaar Ministerie was van oordeel dat dit niet door de beugel kan en heeft wegens belediging een boete van € 750,= en een voorwaardelijke taakstraf van 40 uur geëist.

Volgens de rechtbank Noord-Holland heeft André Hoogeboom de grenzen van de vrijheid van meningsuiting echter niet overschreden. In deze weblog bespreek ik hoe de rechtbank Noord-Holland tot haar oordeel is gekomen.

Onnodig grievend?

Vervang de nazi’s door OPA en Duitsland voor Alkmaar en je komt op dezelfde kunstfilosofie uit’, schreef Hoogeboom onder meer in zijn blog op ‘Go-72’. Het OM voerde aan dat als je iemand ervan beschuldigt hetzelfde gedachtegoed te hebben als de nazi’s je hem hiermee beschadigt. De manier waarop Hoogeboom zijn kritiek uitte was volgens het OM dan ook onnodig grievend.

Geen sprake van belediging

De rechtbank is het hier niet mee eens. Hoogeboom heeft door sterk te overdrijven een vergelijking gemaakt tussen het cultuurbeleid van de gemeente Alkmaar met de Kultuurkamer zoals ingesteld onder het naziregime. Volgens de rechtbank zijn deze woorden niet beledigend in strafrechtelijke zin. Bij de beoordeling is onder meer van belang dat de uitingen zijn gedaan in een artikel op een internet blog. Daarnaast is relevant dat Hoogeboom werkzaam is als journalist en heeft verklaard met zijn artikel een bijdrage te hebben willen leveren aan het politieke debat. Mede bezien in de context en de inhoud van het artikel is volgens de rechtbank dan ook geen sprake van nodeloos grievende bewoordingen.

Beperking recht vrije meningsuiting

De vervolging van Hoogeboom door het OM is mijns inziens opmerkelijk, omdat vergelijkingen met Adolf Hitler en nazi’s geregeld voorkomen in publieke discussies. Zo zijn Geert Wilders en Pim Fortuyn meerdere keren met Hitler vergeleken, maar bleef vervolging uit. Elke vergelijking met Nazi-Duitsland is naar mijn mening een zwaktebod en getuigt van weinig creativiteit, maar dient in mijn optiek nimmer te worden verboden. Artikel 10 EVRM beschermt immers niet alleen het recht om populaire opvattingen en ideeën te spuien, maar beschermt ook informatie en ideeën die beledigen, grieven of shockeren. Het laat daarbij weinig ruimte voor beperkingen van het recht op vrije meningsuiting ten aanzien van politieke uitlatingen of uitlatingen met betrekking tot het publiek belang. Oftewel, de grens van (strafrechtelijke) belediging wordt niet snel overschreden en dat is in een democratische rechtsstaat een goede zaak.

Christiaan Mensink

Christiaan Mensink

Advocaat/partner

Christiaan Mensink is een van de meest ervaren en gespecialiseerde WHOA-advocaten van Nederland.