23 juli 2013

Verhuur onder de Leegstandswet. Nu nog gemakkelijker.

Door Gilyan Parker

Per 1 juli 2013 zijn er wijzigingen in de Leegstandswet doorgevoerd, waardoor de verhuur van leegstaande gebouwen en woningen gemakkelijker is geworden.

Dit geeft meer mogelijkheden aan eigenaren van leegstaande kantoorgebouwen om hun onroerend goed toch te exploiteren, en het geeft lucht aan huiseigenaren die bijvoorbeeld een nog te koop staande woning tijdelijk willen verhuren. Naar verwachting zal de vernieuwde Leegstandswet bijdragen aan meer beweging op de woningmarkt. Het gaat om de volgende wijzigingen:

Woonruimte in gebouwen

  • Kantoorgebouwen mogen tien jaar als woonruimte worden verhuurd. Voorheen was dit vijf jaar;
  • In sommige gevallen moet voor het gebruik als woonruimte een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan worden gevraagd. In dat geval wordt de vergunning voor tijdelijke verhuur voor maximaal tien jaar ineens verleend;
  • Een vergunning voor tijdelijke verhuur mag meerdere keren worden aangevraagd. Voorwaarde is wel dat tussen beide aanvragen minimaal vijf jaar zit waarin voor de woning géén vergunning voor tijdelijke verhuur heeft gegolden.

Huurwoningen in afwachting van sloop- en renovatie

  • Sloop- en renovatiewoningen mogen maximaal zeven jaar worden verhuurd. Voorheen was dit vijf jaar.

Te koop staande woningen

  • De verhuurder mag in dit geval zelf de huurprijs bepalen. Voorheen stelde de gemeente nog een maximale huurprijs vast;
  • Gemeenten mogen naast de bepalingen in de Leegstandswet géén aanvullende voorwaarden meer stellen voor de verlening van de vergunning;
  • De vergunning voor te koop staande woningen wordt voor vijf jaar ineens verleend. De vergunning hoeft dan dus niet tussentijds nog verlengd te worden;
  • Particuliere eigenaren mogen niet meer dan twee woningen tegelijk verhuren op basis van de Leegstandswet.

Voordelen van verhuur onder de Leegstandswet

Het voordeel van verhuur onder de Leegstandswet is dat de huurder geen huurbescherming geniet. Dit betekent dat de verhuurder niet is gebonden aan de limitatieve opzeggingsgronden zoals die zijn opgenomen in titel 4 van boek 7 BW, en de verhuurder heeft daardoor zeggenschap en zekerheid over het tijdstip waarop hij weer over zijn eigendom kan beschikken. De huurovereenkomst moet wel voor ten minste zes maanden zijn en er geldt een opzegtermijn van minimaal één maand voor de huurder en minimaal drie maanden voor de verhuurder. De huurovereenkomst eindigt, behoudens het geval van een verlengingsaanvraag, van rechtswege na het verloop van de vergunning. Wilt u weten of u uw gebouw of woning kunt verhuren met een Leegstandswetvergunning, of wilt u meer weten over de gevolgen hiervan? Neem dan contact op: m.veltkamp@gmw.nl / vastgoedsectie.

Gilyan Parker