22 februari 2018

Verlof voor het leggen van conservatoir beslag minder snel verleend

Door Marie-Christine Veltkamp-van Paassen

Een schuldeiser krijgt in Nederland doorgaans makkelijk verlof om conservatoir beslag te laten leggen op de vermogensbestanddelen van de schuldenaar.

Hiermee wordt voorkomen dat de schuldenaar deze vermogensbestanddelen verkoopt of verduistert voordat de schuldeiser ter zake van zijn vordering een vonnis verkrijgt dat hij kan laten executeren ofwel tot uitvoering kan laten brengen. Het lijkt er nu echter op dat het verlof tot conservatoire beslaglegging minder snel wordt verleend. In deze blog vertel ik hier meer over.

Hoe werkt conservatoir beslag?

Het leggen van conservatoir beslag kan alleen nadat de Voorzieningenrechter een verlof tot conservatoire beslaglegging heeft gegeven. Daarvoor is nodig dat een advocaat een verzoek tot verkrijging van dat verlof indient. De voorzieningenrechter wijst in het algemeen het verzoek tot verlof toe zonder dat de schuldenaar eerst gehoord wordt. Er vindt slechts een summiere toetsing plaats. Het verkregen verlof wordt door de deurwaarder ten uitvoer gelegd door bijvoorbeeld het blokkeren van bankrekeningen of het maken van een aantekening van het conservatoir beslag in de openbare registers zoals het Kadaster. De schuldenaar wordt vaak onaangenaam verrast door het conservatoir beslag. Door het conservatoir beslag kan hij bijvoorbeeld niet langer beschikken over zijn banktegoeden of kan hij zijn woning niet leveren aan een derde. Conservatoir beslag kan dus zeer ingrijpend zijn.

Meer terughoudendheid in nieuwe rechtspraak

In haar beschikking ECLI:NL:RBNHO:2018:910 van 7 februari 2018 heeft de Rechtbank Noord Holland geoordeeld dat er meer terughoudendheid betracht moet worden bij het verlenen van verlof tot conservatoire beslaglegging dan tot nu toe het geval was. Dit in verband met toenemende kritiek in de vakliteratuur op de wijze van verlofverlening in Nederland in vergelijking met de wijze van verlofverlening in de ons omringende landen.

Noodzaak conservatoire maatregelen en vrees voor verduistering strenger beoordeeld

In de casus die aan de Voorzieningenrechter was voorgelegd meende de verkoper van onroerend goed een vordering van € 44.000,- te hebben op de koper vanwege het niet nakomen van de koopovereenkomst. Deze vordering werd door de koper betwist.

De Voorzieningenrechter overwoog dat de verkoper niet voldoende had onderbouwd om welke reden conservatoire maatregelen noodzakelijk waren. Het feit dat de koper niet had gereageerd op diverse ingebrekestellingen en dat verkopers daardoor genoodzaakt waren om de koper in rechte te betrekken was niet genoeg.

De Voorzieningenrechter overwoog verder dat de verkoper niet voldoende had onderbouwd om welke reden er vrees voor verduistering bestond. De koper was ook al ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst doende om zijn huis te verkopen, en daarom kon niet gesteld worden dat koper bezig was met het onttrekken van verhaal voor zijn schuldeisers.

Verkoper had in de zaak nog toegelicht dat het ook niet ondenkbaar was dat koper, gezien de verwachte overwaarde, zijn huis zou bezwaren met een tweede recht van hypotheek, waardoor een eventueel toewijzend vonnis in de hoofdzaak niet ten uitvoer gelegd zou kunnen worden met de verkoop van het huis. De Voorzieningenrechter vond deze stelling echter ook onvoldoende onderbouwd.

Tot slot ging de Voorzieningenrechter voorbij aan de stelling van verkoper dat hem geen andere verhaalsmogelijkheden bekend waren. In de in de procedure overgelegde correspondentie werd immers verwezen naar het inkomen van koper, waarbij zelfs de naam van de werkgever werd vermeld.

Op grond van het bovenstaande wees de Voorzieningenrechter het verzoek om verlof tot conservatoire beslaglegging af.

Conclusie

Voor het leggen van conservatoir beslag moet je beslagen ten ijs komen. De specialisten van GMW advocaten beschikken over de juiste kennis en kunde om dit voor u te doen. Voor vragen kunt u altijd contact met mij opnemen.

Marie-Christine Veltkamp-van Paasen

Marie-Christine Veltkamp-van Paassen

Advocaat/associate partner

Marie-Christine Veltkamp-van Paassen is een ervaren vastgoedadvocaat met een groot analytisch vermogen en een doortastende aanpak.

Gerelateerde blogs

21 maart 2024

De huurrechtelijke verdeling van onderhouds- en herstelkosten

Voor wiens rekening komen de kosten van onderhoud en herstel van het pand: de huurder of de verhuurder? Het is een vraag die veelvuldig tot discussie leidt en waarover veel geprocedeerd wordt. In deze blog wordt ingezoomd op de wettelijke regeling en de afwijkende regeling van de ROZ-modellen.

Lees meer

14 maart 2024

Contractuele medehuur en de scheidingsregel: een vervolg

In een eerder artikel schreef ik reeds over de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021, waarin werd geoordeeld dat contractuele medehuurders een beroep kunnen doen op de scheidingsregel van artikel 7:267 lid 7 BW.

Lees meer

13 februari 2024

Wat kan een verhuurder doen tegen bestuursdwang?

Onlangs zijn er zes belangrijke uitspraken gepubliceerd door de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, waarin duidelijk wordt gemaakt wanneer bestuursdwang tegen een verhuurder mogelijk is.

Lees meer