6 april 2009

Vonnis en toch niet betalen?

Door Gilyan Parker

Partijen procederen over de betaling van een bedrag.

Bij vonnis wordt bepaald dat A € 10.000,– moet betalen aan B. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, hetgeen inhoud dat hoger beroep de tenuitvoerlegging niet schorst. Ook al gaat B in hoger beroep tegen het vonnis, hij moet A toch betalen. Is dit altijd zo?

Nee, heeft het Hof Arnhem onlangs besloten. B kan een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging vragen aan de rechter. Als uitgangspunt moet worden genomen dat A in beginsel het bij de tenuitvoerlegging vereiste belang heeft. Daarnaast heeft vaste rechtspraak al uitgemaakt dat B niet hoefde te betalen indien A geen redelijk belang heeft bij betaling. Dit is bijvoorbeeld zo indien het vonnis berust op een juridische of feitelijke misslag of als bij tenuitvoerlegging van het vonnis bij B een noodtoestand zal ontstaan. Daarnaast kan B stellen dat er een restitutierisico is bij A.

In deze uitspraak van het Hof Arnhem voert B dit laatste verweer. In deze zaak is A een curator en B stelt dat hij – indien hij in hoger beroep gelijk krijgt – zijn betalingen niet meer terug krijgt van de curator omdat dit dan reeds aan de curator als salaris zal zijn uitgekeerd. De curator verweert zich door te stellen dat uit zijn berekening blijkt dat er genoeg overblijft om B eventueel terug te betalen en hij zonodig zijn salaris zal matigen.

Het Hof neemt hier geen genoegen mee. Bij beoordeling van de financiële situatie moet volgens het Hof ook gekeken worden naar de lijn der verwachtingen. Volgens het Hof zal de toestand van de boedel niet verbeteren, hooguit verslechteren, omdat de kosten voor het hoger beroep ook nog meegerekend moeten worden.

Voor meer informatie kunt u zich wenden tot één van de advocaten van de sectie Ondernemingsrecht.

Gilyan Parker