2 januari 2011

Vorderen boedelbeschrijving en afgifte stukken in nalatenschap

Door Gilyan Parker

In testamenten wordt vaak aan de langstlevende, de executeur of een van de erfgenamen opdracht gegeven binnen een bepaalde termijn na het overlijden van erflater een boedelbeschrijving op te stellen.

In de praktijk blijkt dat deze opdracht soms helemaal niet of pas lang na de gestelde termijn wordt uitgevoerd. Dat kan voor de erfgenamen of legitimarissen heel vervelend zijn en ongewenste gevolgen hebben.

Wanneer er stiefouders of (stief)kinderen bij betrokken zijn, ligt de afwikkeling van een nalatenschap vaak nog gevoeliger.

Wie heeft recht op een boedelbeschrijving?

Op grond van de wet kan iedereen die de nalatenschap kan opeisen alsmede alle deelgenoten, de overgebleven echtgenoot of partner en de executeur van een nalatenschap, verzoeken dat een boedelbeschrijving wordt opgemaakt. Deze boedelbeschrijving moet een overzicht bevatten van alle baten en schulden van de nalatenschap van de overledene. Kinderen die door de erflater zijn onterft, zijn legitimaris. Zij hebben wettelijk gezien (in beginsel) recht op een bepaald deel van de nalatenschap. Naast een recht op boedelbeschrijving heeft een legitimaris (evenals een erfgenaam) ook recht op inzage alsmede afschriften van alle bescheiden die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie.

Wat kunt u doen als de boedelbeschrijving niet wordt opgemaakt of stukken niet worden afgegeven?

U kunt degene die de verplichting heeft tot het opmaken van een boedelbeschrijving en het overleggen van verificatoire bescheiden schriftelijk wijzen op deze verplichting. Wanneer deze persoon blijft weigeren de beschrijving op te maken of stukken af te geven, kan via een gerechtelijke procedure een boedelbeschrijving en afgifte van de stukken worden afgedwongen. Op deze manier kan dan alsnog een overzicht van de aanwezige baten en schulden met bijbehorende bewijsstukken van de erflater worden verkregen, zodat de omvang van uw erfdeel of vordering kan worden vastgesteld. Dit is van belang omdat, ongeacht of het erfdeel of de vordering al opeisbaar is, als uitgangsdatum voor de waardebepaling de dag van overlijden van erflater wordt genomen.

Hoe meer tijd er tussen de overlijdensdatum en het opmaken van de boedelbeschrijving zit hoe moeilijker het wordt de exacte omvang en waarde van de nalatenschap vast te stellen.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met Marieke Morshuis.

Gilyan Parker