14 december 2010

Wijziging wetgeving inzake (stilzwijgende) verlenging van abonnementen/lidmaatschappen

Door Gilyan Parker

In oktober jl. heeft de Eerste Kamer een wet aangenomen die een beperking stelt aan de stilzwijgende verlenging van abonnementen en lidmaatschappen. De wet zal in werking treden op 1 januari 2012.

Op dit moment is het zo dat ondernemingen en klanten min of meer vrij zijn te bepalen hoe lang een abonnement of lidmaatschap duurt, of dat abonnement / lidmaatschap aan het eind van die termijn stilzwijgend wordt verlengd, en zo ja, voor hoe lang. Zo is het mogelijk dat een abonnement op een mobiele telefoon of sportschool wordt afgesloten voor een jaar, en dat 1) dat abonnement automatisch wordt verlengd met nog eens een jaar als de consument dat abonnement niet vantevoren heeft opgezegd, 2) die opzegging drie maanden vantevoren gedaan moet zijn, en 3) die opzegging schriftelijk moet zijn, ook al is het abonnement zelf per Internet of e-mail is afgesloten. Dat betekent dat een opzegging die niet drie maanden, maar twee maanden voor afloop van het abonnement is gedaan, niet geldig is en het abonnement toch doorloopt, en wel voor een heel jaar. Ook vinden veel mensen het lastig dat het afsluiten van een abonnement erg makkelijk via internet kan, maar opzegging per post moet, terwijl onduidelijk is hoe zo’n opzegging er uit moet zien, en waar die naartoe gestuurd moet worden.

De nu aangenomen Wet inzake stilzwijgende verlenging opzegtermijn bij lidmaatschappen, abonnementen en overige overeenkomsten, maakt hieraan een eind. De wet bevat een wijziging in enkele bepalingen in het Burgerlijk Wetboek die gaan over algemene voorwaarden. Deze wijzigingen houden het volgende in:

Verenigingen moeten het hun leden makkelijk maken er achter te komen hoe zij het lidmaatschap kunnen opzeggen, door dit opvallend te vermelden op de hoofdpagina van de website en op p. 1, 2 of 3 van het ledenblad. Er worden geen beperkingen gesteld aan de manier van opzeggen of de duur van de verlenging, zodat stilzwijgende verlenging van het lidmaatschap van een vereniging met een heel jaar mogelijk blijft.

  • De duur van een stilzwijgende verlenging van abonnementen op kranten en tijdschriften van wordt beperkt van twaalf maanden tot maximaal drie maanden. De abonnee is dan wel gebonden voor de duur van die drie maanden. De uiterste termijn waarbinnen de opzegging gedaan moet zijn, wordt beperkt tot één maand voor het einde van het abonnement. Abonnementen die na invoering van de nieuwe wet met meer dan drie maanden stilzwijgend worden verlengd kunnen wel tussentijds door opzegging eindigen. In dat geval geldt voor de abonnee een opzegtermijn van maximaal één maand. De abonnee is niet meer gebonden aan zijn abonnement na afloop van de opzegtermijn.
  • De duur van een stilzwijgende verlenging van andere abonnementen, zoals die voor mobiele telefonie, boekenclubs, sportschool, internet, televisie, elektriciteit, enz. geldt een maximale duur c.q. opzegtermijn van één maand. De abonnementen kunnen dus wel voorzien in een automatische verlenging na afloop van de overeengekomen duur ervan, maar de consument kan te allen tijde van het verlengde abonnement af met een opzegtermijn van één maand.
  • Voor alle abonnementen geldt dat deze in elk geval op dezelfde manier moeten kunnen worden opgezegd, als dat zij zijn afgesloten. Wie bijvoorbeeld een abonnement afsluit per Internet, moet dat abonnement ook weer via Internet kunnen opzeggen.

Gilyan Parker