Woning 7:224/ 7:119 / 7:269
De huurder van een woning is niet bevoegd deze in zijn geheel onder te verhuren, ongeacht of deze woning zelfstandig of onzelfstandig is. De huurder van een zelfstandige woning die in de woning zijn hoofdverblijf heeft, is echter wel bevoegd een gedeelte van de woning onder te verhuren. Als (een gedeelte van) de woning wordt onderverhuurd, is de huurder jegens de verhuurder aansprakelijk voor de gedragingen van zijn onderhuurder.
In beginsel houdt de onderhuurovereenkomst stand als de hoofdhuurovereenkomst is geëindigd. De verhuurder van de hoofdhuurovereenkomst wordt de nieuwe verhuurder van de onderhuurder. Dit geldt ook indien de oorspronkelijke huurder niet bevoegd was tot onderverhuur. De verhuurder kan zich echter binnen zes maanden na de wisseling zich tot de rechter wenden met het verzoek de huurovereenkomst tussen hem en de onderhuurder te doen eindigen. De rechter zal dit verzoek slechts op bepaalde gronden toewijzen, bijvoorbeeld indien de onderhuurder onvoldoende financiële waarborg biedt voor de nakoming van de huurovereenkomst.
Het bovenstaande geldt alleen indien het gaat om een zelfstandige woning. De onderhuurder van een onzelfstandige woning wordt niet beschermd wanneer de hoofdhuurovereenkomst eindigt.
Heeft u na aanleiding van bovenstaande uitleg nog vragen over de onderhuur van een woonruimte? Neem dan gerust contact met ons op. Onze huurrecht advocaten helpen u graag.
Ons team van ervaren huurrecht advocaten staat voor u klaar.
Heeft u een vraag of wilt u juridisch advies? Neem gerust contact met ons op.
"*" indicates required fields