8 februari 2010

Lorrendraaierij nieuwe stijl

Door Gilyan Parker

Het is een legpuzzel waar nu een kleine vier jaar wetgeversarbeid inzit: het wetsvoorstel dat strafrechtelijke handhaving in de mededingingspraktijk introduceert.

De toezegging stamt al uit 2006. Tijdens de laatste begrotingsbehandeling heeft de minister van Economische Zaken aangegeven dat zij tot medio 2010 nodig heeft om het wetsvoorstel op te stellen. Geen eenvoudige klus met een praktijk die lijnrecht tegenover de politieke wens staat.

Boetes “ophalen”

Een politieke meerderheid tekent zich af voor het plan om bij ernstige overtredingen van kartelregels de verdachten strafrechtelijk te vervolgen. In het verslag van het algemeen overleg van 18 november 2009 (TK 24 036, nr. 369) laat de vaste commissie voor Economische Zaken het CDA noteren dat strafrechtelijke sancties “dus” de effectiviteit van het mededingingstoezicht vergroten omdat ze wel een afschrikkende werking hebben. Ook de minister deelt de analyse dat gevangenisstraf en beroepsverboden een sterk afschrikkende werking kunnen hebben, als aanvullend instrumentarium. Leuk is vervolgens ook de informatieve vraag hoeveel de NMa “ophaalt” aan boetes. 9 miljoen euro in mededingingszaken, in 2008. Dat zou van veel Kamerleden ook best 100 miljoen euro mogen zijn. Vragen die de toon zetten. De verkeerde toon.

Consultatieronde

De mededingingspraktijk roert zich dan ook. Zie bijvoorbeeld het artikel in het FD van 1 februari 2010 met de titel “kartelpraktijk wijst inzet strafrecht af”. Gelukkig stelt de minister nog een openbare consulatieronde in het vooruitzicht.

VOC mentaliteit

De regering kan paradoxaal genoeg nog lering trekken uit de door haar hoog in het vaandel gehesen VOC-mentaliteit. De VOC wilde haar afbakening van de markt niet financieren met nieuwe aandelen en dus nieuwe aandeelhouders. De bewindhebbers van de Republiek vielen vanaf 1730 ter bescherming van het monopolie terug op kapitaalinjecties van zogeheten lorrendraaiers (sluikhandelaren) uit eigen gelederen. Corruptie en illegale constructies rekten het bestaan van het machtsmonopolie van de VOC. In 1799 is de VOC uiteindelijk genationaliseerd.

Eerste waarschuwing

Een eerste waarschuwing tegen monopolisten kwam in 1776 van Adam Smith (Wealth of Nations) die aangaf dat “people of the same trade seldom meet, even for merriment and diversion, without ending in a conspiracy to raise prices”. De geschiedenis leert – grofweg – dat de idee van een vrije markt in marktpartijen als samenscholers intrinsieke tegenstanders heeft.

Lorrendraaierij nieuwe stijl

De lorrendraaiers van toen zijn de samenscholers van nu. De roep om straf als vergelding gaat waarschijnlijk nog verder terug dan VOC-tijden, maar is als zelfstandige grondslag gedateerd. Het mededingingsbeleid is gericht op versterking van concurrentie. Het verbod op kartels en op misbruik van een economische machtspositie vergt de creatieve inzet van handhavingsinstrumenten. De inzet van het strafrecht – zelfs al is het slechts “sluitstuk” in het handhavingarsenaal – verdient heroverweging.

Alternatieve marsroute

Voor zeer zware overtredingen van de mededingingsregels, zoals prijskartels of marktverdelingsafspraken, en bij recidive zijn ook andere “afschrikwekkende” marsroutes denkbaar, terwijl zowel rechtsbescherming als efficiënte clementieregels speerpunten blijven. Die clementieregels zijn tenslotte een van de belangrijkste middelen om kartels te “ontmaskeren”. Op grond van deze regeling kan een karteldeelnemer boetevermindering krijgen als hij het kartel meldt bij de NMa. De karteldeelnemer die zich als eerste meldt, kan zelfs boetevrijstelling krijgen. In het strafrecht is zo’n voorziening niet goed te treffen: het openbaar ministerie mag geen sanctieafspraken maken. Dat is in strijd met een belangrijke grondslag van het Nederlandse strafproces, zoals de Hoge Raad dat in het Karman-arrest nog eens expliciet heeft overwogen (Hoge Raad 1 juni 1999, NJ 1999, 567). Of om het kopje bij het arrest in het vaktijdschrift Nederlandse Jurisprudentie aan te halen: “Miskenning wettelijk systeem inzake de vervolgingsbeslissing, strafoplegging en tenuitvoerlegging. Ernstige inbreuk op beginselen behoorlijke strafvervolging.”

Zie over mededinging en strafrecht ook mijn weblog Bange bestuurders achter de corporate veill van 14 januari 2007 en mijn opiniestuk in Financieele Dagblad van 26 juli 2007 getiteld “NMa pakt ook leidinggevenden aan”.

Gilyan Parker