16 april 2013

Staatssteun en fair play

Door Gilyan Parker

Veel voetbalclubs hebben aan hun gemeentebestuur een goede buur. Sportieve trots en staatssteun gaan soms hand in hand.

Behalve PSV, heeft de Europese Commissie FC Den Bosch, NEC, MVV en Willem II op de korrel. Sowieso laat de Europese Commissie zich in het eerste kwartaal van 2013 gelden in bouwend Nederland. Dat alles heeft veel gevolgen voor bijvoorbeeld de mogelijkheden bouwprojecten vlot te trekken in crisistijd. Ondernemers en overheden moeten spitsroeden lopen.

Marktevenwicht

Het doel van de staatssteunregels is net als bij de aanbestedingsregels het voorkomen van marktverstoring. Niet de betaling van een steunbedrag maar de inbreuk op de markt staat centraal. Niet de geïsoleerde terugbetaling zelf, maar het weer in evenwicht brengen van de markt is uitgangspunt. Recent heeft het Europese Hof in de zaak van Bouygues, France Telecom in de gevoegde zaken (C-399/10 P and C-401/10 P) nog eens scherp neergezet dat voordeel een markteconomisch uitgangspunt is. De dreiging van vervalsing van mededinging en handelsverkeer op de Europese markt kan dus al voldoende zijn. Voor de vaststelling dat sprake is van staatssteun moet de Europese Commissie derhalve een voldoende directe band aantonen tussen enerzijds het aan een begunstigde verleende voordeel en anderzijds een vermindering van de staatsbegroting, of zelfs een voldoende concreet economisch risico dat die begroting zal worden belast. Het is dus niet noodzakelijk dat een dergelijke vermindering – dan wel een dergelijk risico – overeenstemt met of gelijkwaardig is aan dat voordeel, noch dat dit voordeel een dergelijke vermindering of een dergelijk risico als tegenhanger heeft, noch dat het van dezelfde aard is als de toezegging van staatsmiddelen waaruit het voortvloeit, zo overweegt het Hof.

Cumulatieve criteria

Staatssteun die tussenstaatse handel beïnvloedt, is in principe verboden. Om te beoordelen of er sprake is van staatssteun, worden vier cumulatieve criteria gehanteerd (art. 107 lid 1 VWEU):

  • Er is sprake van staatsmiddelen die aan een onderneming worden verleend;
  • Deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);
  • De maatregel is selectief: het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector of regio;
  • De maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in Europa.

Het verlenen van staatssteun dient van te voren te worden aangemeld bij de Europese Commissie, die als enige bevoegd is om te bepalen of een steunmaatregel verenigbaar met de interne markt en daarmee geoorloofd is. Heeft de Commissie nog geen beslissing genomen dan mag de steun niet worden verleend (de standstill-verplichting). Bij schending van die verplichting kan de Europese Commissie, als haar finale oordeel over een steunmaatregel negatief is, bevelen de steunmaatregel op te schorten en de reeds betaalde steun terug te vorderen.

Gebiedsontwikkeling

De Nederlandse rechter heeft een eigen positie en kan vaststellen dat sprake is van een verplichting om een maatregel op de voet van artikel 108, lid 3 VWEU bij de Europese Commissie te melden. Bijvoorbeeld op basis van de Mededeling staatssteunelementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties (Publicatieblad Nr. C 209 van 10 juli 1997) die overheden verplicht bij verkoop van grond en gebouwen hetzij een onvoorwaardelijke biedprocedure dan wel, voorafgaande aan de verkooponderhandelingen, een taxatie door een onafhankelijk deskundige te laten verrichten teneinde de marktwaarde vast te stellen op grond van algemeen aanvaarde marktindicaties en taxatiecriteria. Is daarvan geen sprake dan raakt dat de overeenkomst veelal in het hart. In lijn met HR 28 may 2010, LJN: BL4082 (Residex) en HvJ EU 8 december 2011, LJN: BU8588 rov. 31 (Residex) geldt dan dat de nationale rechter een ter uitvoering van een steunmaatregel verrichte rechtshandeling als strijdig met artikel 108, lid 3 VWEU op de voet van artikel 3:40 lid 2 BW nietig mag verklaren. Een route met verstrekkend gevolg die voor zowel de benadeelde concurrent maar ook voor de steunverlenende overheid voor zou kunnen liggen.

Spitsroeden

In de inleiding schreef ik al dat overheden en ondernemers spitsroeden moeten lopen. Zowel bij nieuwe afspraken, maar ook bij het heronderhandelen en openbreken van bestaande overeenkomsten die niet meer werkbaar zijn in de crisispraktijk. Overheden krijgen vanuit het primaat van goed bestuur een duw in de rug en de ondernemer is inmiddels doordrongen dat staatssteun vooral hém in de portemonnee raakt. Gedeelde smart is er vaak niet bij. Voor beide partijen is het zaak in een zo vroeg mogelijk stadium na te gaan of de staatssteun- en aanbestedingsregels goed in acht zijn genomen. De hamvraag is meestal of er nog een mouw aan is te passen. Onze advocaten hebben alle expertise in huis om overheden en ondernemers door een staatssteuntraject te loodsen. Zij zijn ook nu, in het lastige tijdsgewricht van crisismaatregelen, actief betrokken bij meldingen in Brussel en procedures in Luxemburg of nationaal, zowel in het bestuursrecht als bij de civiele rechter.

Gilyan Parker