17 februari 2013

Vertrouwen op handhaving

Door Gilyan Parker

Stel iemand bouwt een serre zonder omgevingsvergunning en de gemeente ziet dat pas 25 jaar later.

De hoofdregel is dat een bestuursorgaan slechts onder bijzondere omstandigheden kan afzien van het opleggen van een herstelsanctie in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift. Zij heeft zelfs een beginselplicht tot handhaving, ook na een zeer lange periode van stilzitten. Maar wat als de gemeente eerder heeft aangegeven dat het wel best was?

Niet alleen bij (ver)bouwen of het instandhouden van door eerdere bewoners verbouwde delen van een pand, komt de beginselplicht om de hoek kijken. In het overheidsrecht zie je dezelfde invalshoek op alle deelterreinen. De rechtspraak kent weinig voorbeelden van uitspraken waarin het opleggen van een last onder bestuursdwang of dwangsom achterwege dient te blijven, omdat de handhavingsplicht in strijd met het vertrouwensbeginsel zou komen of door tijdsverloop. Dat heeft twee achtergronden: de rechter is niet snel geneigd aan te nemen dat gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt die het bestuursorgaan binden en de toezeggingen zijn zelden afkomstig van een bevoegde functionaris (toezeggingen van onbevoegde ambtenaren binden niet). Veelvoorkomend is ook een bewijsprobleem: er staat niets op schrift over toezeggingen.

Ondubbelzinnig

Om verschillende redenen is een recente zaak van de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, relevant. Ook op het punt van de toezeggingen. De uitspraak van 28 november 2012 (201203013/1/A1, LJN BY4425) leert dat een weigering te handhaven die op ondubbelzinnige wijze en zonder enige beperking door het college van B&W is vastgesteld, de gerechtvaardigde verwachting wekt dat ook na een nieuw verzoek daartoe niet (alsnog) tot handhaving zou worden overgaan. In het algemeen strekt het vertrouwensbeginsel echter niet zover dat gerechtvaardige verwachtingen steeds moeten worden gehonoreerd. Het bevoegde bestuursorgaan dient telkens de belangen over en weer af te wegen. Daarbij spelen het algemeen belang en de belangen van derden (omwonenden bijvoorbeeld) een bijzondere rol. Zeker bij gedoogbesluiten, is handhaving vaak nog steeds mogelijk.

Over oude verbouwingen, dwangsommen en (on)bevoegde ambtenaren schreef ik eerder weblogs:

De aankoop van een huis en oude verbouwingen

Bouwstop en dwangsom

Baas in eigen gemeentehuis

Meer informatie over Overheidsrecht vindt u hier.

Gilyan Parker