Bestuurdersaansprakelijkheid: risico’s bij faillissement
Bij het faillissement van de vennootschap gelden specifieke regels over persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder. Een bestuurder is aansprakelijk tegenover de failliete boedel als sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur in een periode van drie jaren vóór de faillietverklaring. Daarbij dient er een causaal verband te zijn tussen dit kennelijk onbehoorlijk bestuur en het faillissement van de vennootschap. Als hiervan sprake is, dan is de bestuurder aansprakelijk voor het volledige tekort in het faillissement. Het risico is dus heel groot.
Kennelijk onbehoorlijk bestuur
Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is sprake als geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden op deze wijze zou hebben gehandeld. Zie wat wij hierover bij de algemene uitgangspunten hebben geschreven over de maatman-bestuurder. Of daarvan sprake is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, en zal telkens door de rechter moeten worden bepaald.
Uit de rechtspraak volgt dat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling zich steeds uit in ernstige onverantwoordelijkheid, verwijtbare nalatigheid, onbezonnenheid, roekeloosheid, schrijnende onbekwaamheid, of in duidelijk anders handelen dan van verstandige bestuurders in een vergelijkbare situatie mag worden verwacht. Hiervan kan, naast fraude, bijvoorbeeld sprake zijn als de vennootschap in de problemen komt door onverantwoorde dividenduitkeringen, of erg nadelige activa-transacties (verkoop van activa tegen een veel te lage prijs) ten gunste van een groepsvennootschap. In elk geval zal vast moeten komen te staan dat het bestuur zijn taak heeft vervuld met de objectief te bepalen wetenschap dat de schuldeisers van de vennootschap door het bestuurshandelen zouden worden benadeeld. Kort gezegd: het komt ook bij ook deze vorm van bestuurders-aansprakelijkheid aan op de vraag of aan de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt gemaakt kan worden.
Feitelijk beleidsbepaler
Het voorgaande geldt ook voor een persoon die weliswaar formeel geen bestuurder is van de vennootschap, maar wel het beleid van de vennootschap (mede) heeft bepaald als ware hij bestuurder. Zo’n persoon wordt aangeduid als “feitelijk beleidsbepaler” of “feitelijk leidinggever”, en wordt voor deze vorm van aansprakelijkheid in faillissement dus aan een bestuurder gelijkgesteld.
De wetgever heeft met deze gelijkschakeling (met name) geprobeerd te voorkomen dat malafide ondernemers de bestuurdersaansprakelijkheid ontlopen door stromannen als formeel bestuurder te laten optreden, terwijl zij in feite zelf – op de achtergrond – de touwtjes binnen de vennootschap in handen hebben.
Causaal verband
Voor wat betreft het causaal verband is niet vereist dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling de enige oorzaak van het faillissement is. Het is voldoende dat de kennelijk onbehoorlijke taakvervulling hieraan in belangrijke mate heeft bijgedragen.
Bijzondere risico’s
Het bestuur van een vennootschap is onder meer verplicht tot het voeren van een deugdelijke administratie, en tijdige openbaarmaking van de jaarrekening door deze te deponeren bij het Handelsregister. Deponering moet uiterlijk plaatsvinden binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening door de aandeelhoudersvergadering, en in elk geval binnen twaalf maanden na afloop van het boekjaar.
Blijkt dat het bestuur niet heeft voldaan aan één van deze twee wettelijke verplichtingen, dan geldt een dubbel wettelijk vermoeden in het nadeel van de bestuurder. Ten eerste staat dan onweerlegbaar vast dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Ten tweede wordt weerlegbaar vermoed dat die onbehoorlijke taakvervulling het faillissement heeft veroorzaakt. Tegen dit tweede vermoeden kan de bestuurder tegenbewijs leveren, door aan te tonen dat het faillissement in overwegende mate door externe omstandigheden is veroorzaakt.
Gratis whitepaper
Deze blog is onderdeel van de whitepaper ‘De 6 risico’s van B.V.-bestuurders’. In deze whitepaper worden de zes risico’s van B.V.-bestuurders uiteengezet. Denk hierbij bijvoorbeeld aan risico’s bij het sluiten en (niet) nakomen van overeenkomsten, risico’s bij dividenduitkering en risico’s rondom fiscaliteit. Wilt u meer informatie? Download dan gratis de whitepaper. Heeft u een vraag? Neem dan gerust contact op met mij.
Christiaan Mensink is a specialised and experienced litigator. He quickly assesses complex legal disputes and knows how to weigh the odds in proceedings. This leads to concrete advice on how to implement strategy and realistic expectations as to the outcome of the case for his clients. The Dutch courts often appoint Christiaan as trustee in large and complex bankruptcies and as administrator in moratoriums. He has built a reputation as a professional trustee with a solid business knowledge and an eye for the interests of all concerned. The emphasis of cases that Christiaan Mensink handles besides his bankruptcy practice lies in contracts, financing, insolvency and businesses.