15 december 2013

Modernisering Ziektewet en de gevolgen

Door Gilyan Parker

Op 1 januari a.s. treedt een belangrijk onderdeel van de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters, kortweg BeZaVa, in werking.

Deze wijziging heeft ingrijpende gevolgen voor werkgevers. Daar waar werkgevers nu reeds via de verplichte loondoorbetaling bij ziekte en de WGA-premie, verantwoordelijkheid dragen voor hun vaste werknemers die ziek worden en uit dienst gaan, wordt deze verantwoordelijkheid per 1 januari a.s. uitgebreid richting flexibel personeel.

Flexibel personeel

Onder flexibel personeel worden alle “vangnetters” geschaard, dus werknemers die geen aanspraak kunnen maken op (de volledige) 2 jaar loondoorbetaling bij ziekte en vervolgens (via de Ziektewet) in de WIA terecht komen. Hieronder vallen dus niet alleen werknemers met tijdelijk contracten, maar ook onbepaalde tijders die door bijvoorbeeld een reorganisatie alsnog voor ommekomst van de 2 jaar loondoorbetaling uit dienst gaan, oproepkrachten, etc.

Premies

Deze verantwoordelijkheid is uitgewerkt in een nieuw premiestelsel:

  • Premiedeel WGA-vast;
  • Premiedeel WGA-flex;
  • Premiedeel ZW-flex;

Het geheel van deze premies komt ten goede aan de “Werkhervattingskas” (Whk), waarmee ziektewet- en WGA-uitkeringen van zowel vast als flexibel personeel gefinancierd gaan worden. Het premiedeel WGA-vast is overigens gelijk aan de huidige WGA-premie, maar daarnaast wordt de premielast dus op 2 (ingrijpende) punten aangevuld.

Categorieën werkgevers

De premieberekeningen hangen af van de omvang van de werkgever. Er zijn 3 categorieën:

  • kleine werkgever: werkgevers met een premieplichtig loon van maximaal 10 x het gemiddelde premieplichtige loon (= nu max € 300.700,-);

De kleine werkgever betaalt “slechts” een sectorpremie.

  • middelgrote werkgever: werkgevers met een premieplichtig loon van meer dan 10 x maar maximaal 100 x het gemiddelde premieplichtige loon (= nu € 300.700,- tot € 3.070.00,-);

De middelgrote werkgever betaalt een premie die is vastgesteld door een combinatie van sectorale premie en individuele premie op basis van glijdende schaal al naar gelang de grootte van de werkgever (individueel = afhankelijk van de daadwerkelijke uitstroom zieke werknemers)

  • grote werkgever: werkgevers met een premieplichtig loon van meer dan 100 x het gemiddelde premieplichtige loon (= nu meer dan € 3.070.000,-);

De grote werkgever betaalt uitsluitend premie op basis van individuele premiedifferentiatie, dus op basis van de daadwerkelijke uitstroom.   N.B. premievaststelling geschiedt op basis van gegevens van 2 jaar geleden. Over 2014 wordt dus rekening gehouden met de situatie in 2012.

Eigen risicodragerschap

Bij eigenrisicodragerschap onttrekt de werkgever zich aan het publieke bestel (uitvoering door UWV) en neemt het risico zelf op zich. Dat houdt dus in het risico van de volledige uitkering die een werknemer moet ontvangen, alsmede de verantwoordelijkheid voor re-integratie. Op dit moment is het mogelijk het eigenrisicodragerschap aan te vragen ten aanzien van de premiedelen WGA-vast en ZW-flex. Aanvragen kan 2 keer per jaar. De eerstvolgende mogelijkheid is per juli 2014, waarvoor de aanvraag voor 1 april 2014 moet zijn ingediend. Pas vanaf 2016 kan ook het eigenrisicodragerschap worden aangevraagd voor wat betreft het premiedeel WGA-flex. Of het eigenrisicodragerschap in een specifieke situatie loont, hangt evident af van het gemiddelde risico binnen de onderneming, afgezet tegen de hoogte van de premies die verschuldigd zijn bij deelname aan het publieke bestel.

Aanbeveling

Als het goed is ontvangen werkgevers vanaf 18 december a.s. de vaststellingen van verschuldigde premies over 2014. In augustus 2013 hebben werkgevers een overzicht ontvangen van hun daadwerkelijke uitstroom in 2012, op basis waarvan het gedifferentieerde deel van de premie berekend zal worden. Raadzaam is om de beschikking na 18 december a.s. af te wachten en er zorg voor te dragen dat op dat moment de gegevens over de gemiddelde WGA-premie van de afgelopen jaren en informatie over de hoogte van het totale premieplichtige loon binnen de onderneming voorhanden zijn. Overigens verdient aanbeveling om, in geval van ook maar de minste onduidelijkheid over de berekening van de verschuldigde premie over 2014, bezwaar te maken. Op die manier kan de werkgever alle relevante gegevens boven tafel krijgen op basis waarvan de berekening heeft plaats gevonden. Op basis van al die gegevens zouden de exacte gevolgen van de verschillende scenario’s berekend moeten kunnen worden en kan een werkgever een gedegen afweging maken tussen de verschillende opties die hem ten dienste staan, zoals deel blijven nemen aan het publieke bestel, eigenrisicodragerschap en de mogelijkheden en kosten van particuliere verzekering, het inhuren van flexibel personeel via uitzendconstructies etc.

Gilyan Parker